Een donkergrijs, minimalistisch schijfje dat via ConSouling Sounds wordt uitgebracht? Dan komt men vanzelfsprekend in het rijk van doom, sludge en postmetal uit. Ditmaal gaat het echter niet om een internationaal opgepikte, duistere engel, maar om Charnia, een relatief pril gezelschap uit het Waasland. Die jeugdigheid manifesteert zich op debuut ‘Dageraad’ echter niet in onstuimigheid, maar eerder in ongebreidelde energie.
Charnia is veel meer dan een mokerslag in een plas donker water. De band analyseert het water zelf ook en zoekt tussen zijn grauwe rijk van doom en metal ook raakvlakken op met ambient en postrock. ‘Dageraad’ opent met ‘Daknam’: enkele minuten sfeervolle, dromerige ambient die meteen de fantasie prikkelt. Lang glijdende gitaarlandschappen met meanderende echo’s zorgen voor een hoog vibrerende totaalkleur.
Vanaf de tweede track barst echter de bom. Een explosie van ronkende gitaren, een gitzwarte wall of sound en het gefolterd gekrijs van zanger Thibault Meiresonne Keppens liggen als een baksteen op de maag. Zo volgt deze plaat een mooie golfbeweging tussen vastgrijpen en loslaten. Na een sfeeropener, drie donderende tracks (‘Waeslandwolf’,’Een Dodenhuis’, ‘Zielsondergang’) kwijnt het album weg in een dromerige, languit glijdende afsluiter ‘Dageraad’ die gedurende een kwartier mooi ontluikt en het niet kan nalaten nog een keer stevig te dreigen.
Er is echter veel meer dan enkel die evenwichtsoefening. Zo ontplooien de songs van Charnia zich als een moordspel, met setting, plot en onthulling als duidelijke fasen. Snelle passages met tot moes geslagen drumpartijen, gierende snaren en het gekrijs van Keppens, volgen trage, loodzware sludgemomenten van gitzwarte gitaarriffs met zwaar beukende kracht en headbangende ritmiek op. Die storm ebt in ‘Waeslandwolf’ vervolgens weg in een minimalisme van een herhaaldelijk aangeslagen bassnaar en wat onderhuids gewriemel: een mysterieuze onheilsbode.
De afsluitende titeltrack spant de kroon wat verhaallijn betreft, met zijn meer dan een kwartier durende beweeglijkheid. Het nummer vangt traag en somber aan, met een slepend snaarmotiefje en diepe drones. Het nummer duikt in de diepte om met een vaste grondtonen wat vage aanslagen minimale beweging te veroorzaken. Integriteit neemt toe en zwelt op tot trots, ondersteund door diepe floortomslagen. Een contrast tussen een donkere basis en hoog rondcirkelende snaarvibraties dringt zich op en barst mooi open, waarna het geheel opnieuw wegzinkt in dromerigheid. Pas na zeven minuten krijgt ‘Dageraad’ eindelijk melodieuze vorm via een cirkelend gitaarthema en een warm zingende bas. Samen bouwen ze een glorieus postrocklandschap op dat aanzet geeft tot een lang uitgestelde eruptie van geschreeuw, gegier en een verpletterende muur van distortions.
Hoewel dit ep’tje aanvankelijk even lijkt te aarzelen, blijkt dat Charnia heel wat in zijn mars heeft. Een breed spanningsveld tussen droomambient en intense brulmetal wordt bestreken, maar ook in consistente muzikale verhalen verwerkt. De opvallend weelderige, Belgische doomscene heeft er duidelijk een klein broertje bij. Eentje die bij momenten stevig zijn keel weet op te zetten en dus zeker nog van zich zal laten horen.