Na een tijdje stil gezeten te hebben als leider komt jazzgitarist Charlie Hunter terug met 'Copperopolis'. Net als op zijn vorige plaat 'Friends Seen and Unseen' wordt Hunter bijgestaan door zijn muzikanten-voor-het-leven: tenorsaxofonist John Ellis en drummer Derrek Phillips. Voor deze nieuwe cd komt Ellis echter ook met groovy wurlitzerklanken, een beetje basklarinet en een portie melodica voor de dag. Deze nieuwe klanken geven een extra gelaagdheid die onmisbaar is om een luistervriendelijke jamplaat als deze te verteren.De composities van Hunter zijn het prototype van zorgeloze jazzrockfusion waarin echo's van Led Zeppelin en Jimi Hendrix doorklinken. 'Copperopolis' is een plaat waarin er rumoerig wordt gedialogeerd en waar vrijmoedige vrolijkheid en sinistere duisternis hand in hand gaan.

Het trio valt meteen met de deur in huis met opener 'Cueball Bobbin', een chagrijnig brommende gitaar en agressief geroffel openen het nummer. De geest van Jimi Hendrix dwaalt door dit nummer dat een lekkere rockgroove combineert met tomeloze psychedelica en gekke breaks. Het leuke aan de achtsnarige gitaar van Charlie Hunter is dat hij niet alleen het gitaarwerk voor zijn rekening neemt, maar gelijktijdig ook het basspel voor zich neemt. Het meesterschap wordt in functie van de groove uitgespeeld. In die groove speelt drummer Phillips hier een solide sterrol met lekkere fill-ins. Met ad-rem reacties op Hunter's solo - die een gekuiste versie van Hendrix placht te zijn – ranselt hij Hunter naar de nietigheid. Een lekkere pianovamp wordt afgewisseld met nogal flauwe saxintermezzo's waar lange noten een gezapige achterdruk in het nochtans stevige nummer achterlaten.
In 'Frontman' en 'A Street Fight Could Break Out' probeert het trio met een eenvoudig, fluwelen pianomelodietje en proper afgelijnde drums zachte ballads met kinderlijke thema's neer te zetten. In 'Frontman' speelt Hunter een hoekige, bluesy contrapuntmelodieën over het pianothema, zijn gitaar in reverb en overdrive gedrenkt. De jammerende gitaarsolo's zijn echter te sloom en te voorspelbaar om het al niet zo boeiende thema te verheffen tot iets hogers.
In nummers als 'Blue Sock' en 'The Pursuit Package' gaat het er allemaal wat funkier aan toe. Beide nummers beginnen met een slome, maar drijvende drumgroove. 'Blue Sock' wisselt de heerlijke groove met dito saxsolo af met minder geslaagde bluespassages en eindigt uiterst melig.

Het Charlie Hunter Trio brengt met 'Copperopolis' een beluisterbaar album uit. Op 'Cueball Bobbin' na zijn de nummers echter niet complex genoeg en de solo's niet begeesterd genoeg om echt te fascineren – en één goed nummer maakt nog geen goed album. Er worden nooit muzikale potten gebroken, maar de manier waarop Derrek Phillips de vonken laat overspringen maakt de plaat net de moeite waard om een keertje te beluisteren.

Meer over Charlie Hunter Trio


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.