Het Pools-Oekraïense Čači Vorba smeedt het ijzer wanneer het heet is. Een jaar na hun gelauwerde debuut ‘True Speech – Szczera Mowa’ is opvolger ‘Tajno Biav’ klaar. Een snel in elkaar geflanst album is het echter niet geworden, daarvoor is het muzikaal veel te indrukwekkend.

Het repertoire van de band bestaat uit of is gebaseerd op liederen uit Bulgarije, Albanië, Rusland, Roemenië, Slowakije en Polen, vaak afkomstig uit de zigeunercultuur. De muzikanten van Čači Vorba zitten daarmee op een trein die momenteel commercieel goed loopt, maar ondanks kleine uitstapjes naar oosterse muziek, jazz of chanson, blijven ze op ‘Tajno Biav’ toch vooral op het traditionele pad.

De geloofwaardigheid die ze zo laten horen, weten ze bovendien te koppelen aan een rijk en gedetailleerd geluid. Frontvrouw Maria Natanson heeft een heel natuurlijk stemgeluid, wat onderstreept wordt door het vibrato dat spontaan ontstaat bij langer aangehouden noten. De instrumentale omlijsting van viool (Natanson zelf), accordeon, contrabas, percussie, gitaar en traditionele snaarinstrumenten klinkt al even vanzelfsprekend. De kwaliteiten van de instrumentalisten vallen daarbij vooral op door het secure spel. Naar extreme virtuositeit wordt niet gezocht, ook niet in de occasionele solo’s.

Wat de muziek van Čači Vorba zo onweerstaanbaar maakt, zijn de schitterende, goed uitgedachte arrangementen. Zonder zich op het voorplan te werken (de melodische kwaliteit van de muziek blijft dominant) zorgen ze wel voor een heel eigen ontwikkeling en worden zo een echte meerwaarde. In het oosters gekleurde ‘Čirijli’ wordt de stem bijvoorbeeld niet alleen ondersteund, maar ook van volwaardige instrumentale tegenstemmen voorzien. ‘Zuhresko Suno’ is zelfs haast een minisymfonie met constante veranderingen qua intensiteit, kleur en drive, mede dankzij de gastbijdrages van klarinettist Dimitry Gerasimov.

In de ballade ‘Nane Tute Paňori’ is de instrumentatie opvallend soberder, met alleen Natanson op viool en Paweł Sójka op accordeon. Hoewel Natanson zeker niet koud klinkt, zal haar stem, in deze klaagzang al even helder als elders op de cd, hier voor sommige luisteraars niet sterk genoeg aansluiten bij de inhoud van de tekst. Dit mogelijk verlies aan directe emotie wordt echter ruimschoots gecompenseerd door de muzikaliteit waarmee ze het nummer brengt.

Hoe spontaan de muziek ook mag klinken, de groep gaat de natuurlijke complexiteit van de Balkanmuziek niet uit de weg, maar gekunsteld en gezocht wordt het nooit. Zo is de oneven ritmiek in de begeleiding van ‘Pristana si Rada’ het gevolg van de melodie die via het natuurlijke spreekritme verloopt en niet via een louter muzikale ritmiek. In ‘Lume, Vai!’ wisselt de groep dan weer van een gestileerde volksdans naar zigeunerjazz, waarbij een even vervaarlijk als boeiend spel gespeeld wordt van maatwisselingen en –veranderingen.

Čači Vorba wandelt met ‘Tajno Biav’ op de knappe, maar scherpe grens tussen traditie en een eigen verhaal. De groep weet de kanten echter mooi in balans te brengen, waardoor het album vanuit de twee standpunten een voltreffer is. 

 

Meer over Čači Vorba


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.