De Amerikaanse indieprinses Cat Power, née Chan Marshall, maakte met 'The Greatest' in 2006 een onverwachte muzikale ommekeer. Terwijl ze vroeger degelijke tot uitstekende intimistische gitaarpop maakte (culminerend in het meesterwerk 'You Are Free'), bekeerde Marshall zich plots tot rootsy soulmuziek. Het werkte, althans op commercieel niveau: hoewel de artieste niet meteen werd uitgeroepen tot de nieuwe Norah Jones, kon zowel pers als publiek de stijlwending best smaken. Marshall had ter voorbereiding van het album een beroep gedaan op een stel vintage soulmuzikanten uit Memphis, die haar songs in een fleurig traditioneel kleedje staken. Met de hulp van sommigen van die artiesten (onder de gelegenheidsnaam Dirty Delta Blues Band) heeft Cat Power nu een nieuwe plaat opgenomen. 'Jukebox' bevat hoofdzakelijk covers van bekende en minder bekende muzieklegendes.
Dit album is in feite een spiegelversie van Cat Powers 'The Covers Record', eveneens een (veelgeprezen) coveralbum uit 2000. Dat laatste bestond eveneens uit versies van bekende en minder bekende nummers, maar toen onderwierp Marshall de songs met delicate fluisterstem aan haar persoonlijke, introverte stijl – met soms onherkenbare maar intrigerende resultaten. Op 'Jukebox' lijkt de zangeres een omgekeerde beweging te maken: ze schikt zichzelf zo goed en zo kwaad als ze kan naar de gekozen nummers. Zo is de overbekende klassieker 'New York' (een van Frank Sinatra's grootste hits), een voorspelbare maar sfeervolle affaire die overgaat in Hank Williams 'Ramblin (Wo)Man'. Wat dadelijk opvalt bij deze eerste nummers is dat Marshall enerzijds een mooi, zweverig stemgeluid heeft: de artieste is er vocaaltechnisch aanzienlijk op vooruitgegaan sinds haar soms moeizame begindagen. Anderzijds blijkt, net zoals op voorganger 'The Greatest', dat Marshall niet echt over het juiste timbre beschikt om dit soort songs overtuigend te brengen. Het ontbreekt haar stem aan de natuurlijke lage frequenties die een vereiste zijn in het 'volle' soulzingen en dit gemis doet haar stem vaak verloren gaan in de arrangementen van haar band – een groep die muzikaal dan nog eens bijzonder bescheiden blijft. 'Metal Heart', een op zich overbodige reprise van een van Cat Powers eigen nummers, is in dit opzicht beter geslaagd: de eigen compositie is uiteraard een pak geschikter voor Marshalls frêle stem. Het vocale aspect terzijde klinkt het traditionele, stijlvolle 'Jukebox' in zijn geheel eveneens weinig opvallend - vaak zelfs gladjes. De muzikanten (gitarist Judah Bauer, pianist Gregg Foreman, bassist Erik Paparazzi en drummer Jim White) zijn ondanks het adjectief 'Dirty' in hun groepsnaam erg hoffelijke spelers, die zich tot een ondersteunende achtergrondrol beperken en de frontvrouw alle ruimte laten. Aangezien Marshall er met haar weinig spectaculaire zangprestaties echter niet in slaagt deze ruimte te benutten, maakt het album vaak een vergeetbare, zelfs saaie indruk. Een uitzondering is een stevige versie van Bob Dylans christelijke ode 'I Believe in You'. Dat Marshall in haar jonge jaren een verknochte Dylangroupie moet geweest zijn, is verder te horen in het mooie 'Song for Bobby'. Deze tweede eigen compositie op 'Jukebox' vertelt het verhaal van een veertienjarige jongedame met een backstagepasje en veel hoop. Marshall maakt zich hier zelfs Dylans kenmerkende vocale inflecties eigen, waardoor de grens tussen hommage en imitatie vervaagt. Hiermee is in grote lijnen geschetst wat de luisteraar van 'Jukebox' kan verwachten; de huidige editie bevat nog een extra schijfje met enkele bonustracks, die meer van hetzelfde bieden.
'Jukebox' lijkt vooral een stijloefening: Marshall probeert haar 'nieuwe' sound uit op verschillende klassiekers. Hoewel haar coverkeuzes zelden origineel zijn, is het resultaat steeds smaakvol en verzorgd. Haar mooie maar zwakke stem en de nooit opdringerige, diplomatische arrangementen van de Dirty Delta Blues band doen de originelen recht noch onrecht aan; dit is koffietafelmuziek pur sang.
Meer over Cat Power
Verder bij Kwadratuur
Interessante links