Het is een gemeenplaats dat Don Carlo Gesualdo zijn tijd ver vooruit was. Geboren in hartje Renaissancetijd, zocht de man toch de chromatiek op, wat hem pas door hoog-romantische componisten ruim 250 jaar na zijn dood in dank werd afgenomen. Hij vermoordde zijn vrouw en haar minnaar toen hij nog bij zinnen was, maar zou later steeds excentrieker tot zelfs gek geworden zijn. Dat hoort men ook in de wel erg dissonante harmonieën van zijn vijfde en zesde madrigalenboek. Gesualdo is tegenwoordig erg geliefd, juist omdat het publiek voor indommelen wordt behoed door de auditieve spanningsvelden waar de stukken voortdurend tegenaan schuren. Zijn vocale muziek wordt tegenwoordig vaak afgedaan als donker en dreigend, maar laat dat nu net niet de invalshoek zijn waar The Hilliard Ensemble, een van de meest gereputeerde vocale kwartetten ter wereld, van vertrekt. Het collectief, bestaande uit vier mannenstemmen die naargelang de partituur worden uitgebreid, liet Paul Hillier, de dirigent die hen vaak aanvoert, thuis. Deze in gelijkmoedigheid en menselijkheid badende interpretaties zijn er dan ook van grote schaarste en ze willen het vloeiende in deze muziek bovenal op de voorgrond plaatsen. Geen uitvergrotingen dus, of bewust onorthodox gemaakte muziek. In de donkere leefwereld van Gesualdo, waar gaandeweg steeds minder licht leek te schijnen, zoeken de heren van het Hilliard Ensemble dus naar de vredigheid van de dag. Het resultaat is een betoverende opname, waarbij de kwetsbaarheid van de zangers een opvallend gegeven is.
Wat zegt of doet de muziek van Gesualdo een mens vandaag nog? Wat de componist en edelman naliet aan muzikale geschriften, spreekt voor zich. Wanneer men de wrijvingen tussen de stemmen echter prominent uitspeelt, gaat de naaktheid van het hele idioom wat verloren. In een bezetting met zes stemmen (waaronder een vrouw), waarbij men niet doet alsof deze muziek grote verhalen te vertellen heeft, komt het fragiele echter weer helemaal naar boven. Of dat als een goede zaak wordt beschouwd, kan men bediscussiëren, maar een componist waarop niet zelden termen als "erotisch" worden toegepast, kan misschien wel een benadering gebruiken ontdaan van franjes. Toch is de sensualiteit bij Gesualdo vaak die van de spelonk, van de zonde: het is een kille vocale warmte die de ruimte vult. De heren van The Hilliard Ensemble opteren echter om de madrigalen in oerdegelijke Italiaanse traditie op te vatten als quasi transcenderend-spiritueel. Op die manier wordt Gesualdo terug een kind van zijn tijd, waarbij echter zijn reactionaire stijl niet wordt weggemoffeld. Het is een mooie benadering, die overigens de continuïteit van het vijfde madrigalenboek eenvoudigweg en puur naar boven laat komen.
Alleen al 'Mercè grede piangendo', ongeveer in het midden van het geheel, is genoeg om de luisteraar van de grote waarde van deze muziek te doordringen. De teksten, waarin gesmeekt wordt om verlossing van pijn, gezongen wordt over reiken naar het hogere of juist kracht geput uit de liefde, zijn overigens een extra indicatie waarom men Gesualdo in zijn eigenlijke tijdskader mag terugplaatsen. The Hilliard Ensemble heeft dus een uitstekende interpretatieve keuze gemaakt, hoewel de teder- en omzichtigheid waarmee men om het basisrepertoire heen cirkelt, soms doet verlangen naar een klein beetje meer. De interpreten houden echter vast aan hun conceptueel uitgangspunt: wie hen dat kwalijk neemt, doet de hele opname onrecht aan. Al bij al is dit dus een van de beste versies op de markt te vinden, en zelfs ingewijden zouden blij kunnen zijn met de frisse bries waar The Hilliard Ensemble voor instaat.