De muziek van de Deense componist Carl Nielsen behoort in Scandinavische landen tot het standaardrepertoire maar bij ons vindt men – enkele werken zoals de concerti voor dwarsfluit en klarinet en een houtblaaskwintet niet te na gesproken – zijn werken veel minder vaak op concertprogramma's terug. In Engeland speelt men wat regelmatiger muziek van Nielsen en misschien is het daarom dat het Engelse label Chandos Records met deze toneelmuziek bij 'Aladdin' voor de dag komt, in een prachtige uitvoering door het Deens Nationaal Symfonieorkest onder leiding van de Russische dirigent Gennady Rozhdestvensky.

De muziek bij 'Aladdin, eller Den forunderlige Lampe' van de romantische dichter Adam Oehlenschlager kende een moeilijke ontstaansgeschiedenis. Nielsen componeerde de muziek in 1917 en 1918 voor een ambitieuze productie in het koninklijke theater in Kopenhagen die uiteindelijk in zoveel moeilijkheden verzeild geraakte dat Nielsen op de dag van de première zich publiekelijk uit de productie terugtrok. Pas zeven jaar later zou de originele partituur in zijn totaliteit te horen zijn.

Gennady Rozhdestvensky laat zich hoorbaar inspireren voor Nielsens grandioze en suggestieve orkestratie en laat zijn muzikanten dit werk breed en genereus uitvoeren. De derde akte, met zijn suite van exotische dansen – Chinese, Moorse, Arabische en Indische – is een feest voor het orkest. Zelfs de liefdesscène, een kort tussenspel in deze akte, heeft hier iets glads en oriëntaals.

Het Deens Nationaal Symfonieorkest is in topvorm en bewijst dat met ijzersterke solisten. De prachtige (en prachtig uitgevoerde) a capella fluitsolo waarmee de eerste akte begint haalt het latere concerto voor dwarsfluit en orkest voor de geest. De geest uit Aladdins wonderlamp zelf krijgt gestalte in een donkere koraal in de trombones, plechtig en heerlijk resonant uitgevoerd. De zwaardere secties van het orkest kunnen ook ronduit angstaanjagend overkomen, iets wat ten volle gedemonstreerd wordt in de 'dans van de gevangenen' in diezelfde derde akte.

De twee vocale solisten hebben eerder kleine rollen maar kwijten zich uitstekend van hun taak. Zo grootsprakerig en theatraal de uitvoering van het orkest kan klinken, zo slank en accuraat komen alt Mette Ejsing en bariton Guiodo Paevatalu over. Beide solisten bezitten een uiterst heldere dictie. Mette Ejsings stem klinkt groot genoeg om moeiteloos boven het orkest te staan maar zonder daarbij te forceren en terug te moeten vallen op een al te wijde vibrato: elke noot plaatst ze zuiver en precies. Ook Paevatalus baritonstem klinkt slank en muzikaal, haast meer als barokmuziek, zonder enig spoor van bombast. Het handjevol vocale solo's, als 'Fatimes Lied' of Aladdins lied aan het graf van zijn moeder in de vierde akte kunnen dan ook nauwelijks beter uitgevoerd worden.

Wat een prachtige en genereuze uitvoering van Nielsens 'Aladdin' is dit, eentje die geen enkel detail uit de partituur verloren laat gaan en met brede penseelstreken deze theatrale partituur tot leven brengt.

Meer over Carl Nielsen


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.