Julian 'Cannonball' Adderley had in de jaren '60 de sympathieke gewoonte zijn positie als altsaxofonist te gebruiken om gerespecteerde, maar soms wat op de achtergrond geraakte namen door samenwerking een nieuwe impuls in de carrière te bezorgen. Dat deed hij ook met Ernie Andrews, met wie hij onder meer in 1962 en 1964 sessies voor publiek opnam. Onlangs is een selectie hieruit voor het eerst op cd verschenen. Het uitroepteken achter de eenvoudige titel blijkt er niet voor niets te staan: het enthousiasme bij zowel de artiesten als het regelmatig hoorbare publiek spat ervan af.
Ernie Andrews was ten tijde van de eerste opnamen met 37 jaar weliswaar nog geen oudje, maar had toen wel al twintig jaar podiumervaring opgebouwd en zijn stem ontwikkeld. Zijn stemgeluid doet qua indringendheid, souplesse en klankkleur denken aan bijvoorbeeld Lou Rawls, maar dan wat rauwer en vooral échter. Op het repertoire staan songs en blues, uiteenlopend van minder bekende nummers tot evergreens. Veel gelegenheid voor de blazers om te improviseren is er in de songs niet, vaak blijft het bij korte lijntjes tussen Ernie's regels door. Het siert de muzikanten des te meer dat ze wanneer er iets meer ruimte is niet meteen de meest ingewikkelde capriolen uit willen halen: er is hier maar een middelpunt en dat is Ernie Andrews. Erg mooi pakt dat bijvoorbeeld uit in de meeslepend gezongen ballade 'I'm Always Drunk In San Francisco', waarin met name Joe Zawinul op de piano Andrews met slechts een paar piekfijne riedeltjes op de juiste plaatsen goed bijstaat. Met de snellere nummers, zoals o.a. 'Ten Years Of Tears', kan Andrews eveneens uit de voeten. Ook 'I'm a Born World Shaker' is een voorbeeld van zo'n uptempo song, maar valt juist op door de afwijkende relatie tussen vocalist en muzikanten. In tegenstelling tot elders speelt men hier veel door Andrews heen, maar zonder afbreuk te doen aan zijn vocalen, integendeel.
Door de afwisseling, het spelplezier en de korte duur zijn de tien songs die de lp rijk is, voorbij voor je het weet. De drie extra tracks op deze cd – die destijds duidelijk enkel vanwege de relatief lange tijdsduur geen plaats mochten krijgen – zijn daarom welkom. Ze behoren tot het betere materiaal. Met name in het bluesy 'Work Song' buigt de stem van Andrews zich vakkundig tussen de arrangementen door en laat de blazerssectie, vooral bandleider Cannonball Adderley op de altsax, het meest intense spel op het album horen.
Gezien de keuze van de songs en de maximaal toegankelijke speelwijze staat het als een paal boven water dat de sessies met Adderley en Andrews er eerst en vooral op gericht waren er een gezellige avond van te maken. Een uitdagende luisterervaring wordt daarmee logischerwijs niet geboden, maar voor zo'n drie kwartier ontspannen(d) jazzentertainment van hoge kwaliteit zit men geramd.
Meer over Cannonball Adderley and Ernie Andrews
Verder bij Kwadratuur
Interessante links