Elke hittegolf die ons kleine landje teistert, brengt een constante met zich mee: de Kempen zijn steevast de warmste regio van het land. Toch moet Steven Van Gool, bezieler en trekker van Campina Reggae, gedacht hebben: hier kunnen nog wel wat graden Celsius bij op de teller. Na het erg leuke debuut 'Vet en Verstaanbaar' komt dit Kempisch - internationale collectief nu met de opvolger 'Armoei Troef' aanzetten. Op hun nieuwste langspeler beperken ze zich echter niet tot reggae, maar worden ook tripjes naar andere tropische locaties op touw gezet. Allen aan boord!
Vertrekken doen ze, hoe kan het ook anders, in Kingston. In een plat Kempisch dialect en met veel gevoel voor humor beschrijft Steven Van Gool wat het betekent om een 'Reggaeman' te zijn, tevens de titel van het nummer. Het gezapig kabbelende melodietje en het prachtige refrein doen de stranden van Jamaica alle eer aan. Ook 'Hey Gast' en 'Ik Wil Je Lijf' zetten niet aan om snel te vertrekken: ietsje meer up tempo, maar kalm genoeg om in de vakantiestemming te blijven. Langzamerhand komt ook één van de grootste troeven van Campina Reggae op de voorgrond: de lichtvoetige dwarsfluit van Sulema Hechavaria Blanco (voor het gemak misschien best señor Blanco genoemd). Het geeft de muziek iets zomers en verrijkt de sound enorm. Na een klein boottochtje naar het naburige Cuba klinken zwoele latino ritmes in 'Zwaartekracht', waarbij de dwarsfluit en percussie ook beter hun plaats lijken te vinden. Titelnummer 'Armoei Troef' kan zowat overal ter wereld worden beluisterd en mengt de reggae met funkelementen. Het nummer is een ingehouden aanklacht tegen het kapitalisme en de financiële crisis die nog steeds niet over lijkt. Wie ooit het twintigkoppige gelegenheidsproject Belgian Afro Beat Association aan het werk zag tijdens een van hun stomende live shows, zal zich bij 'Obibini' wel iets kunnen voorstellen. Ook hier geeft de kristalheldere dwarsfluit een volledig nieuwe klank aan het leuke afrodeuntje.
'Armoei Troef' is slechts een goed halfuur lang, maar tijdens die dertig minuten slaat geen seconde de verveling toe. Daarvoor zorgen de humoristische maar erg sterke teksten, gevarieerde melodieën en de veelheid aan klanken die de verschillende instrumenten in de mix gooien. Op gepaste tijden weerklinkt een sample, een korte solo of tempowisseling om de luisteraar geboeid te houden. Naar het einde toe gaat de wereldmuziek het bij momenten wat overnemen van de pure reggae, en dat is in dit geval een leuke nieuwe wind. Laat het nog maar even crisis blijven, als er zo'n platen uit voortkomen.