De prijs voor de lompste, meest brutale en meest ongepolijste band dit jaar gaat zonder enige twijfel naar Call of the Void. Deze heren presteren het namelijk om op dit debuut tien ongelofelijk rauwe lappen no nonsense metal op de argeloze wereld los te laten in een wervelwind van wild raggende gitaren, hysterische drumpartijen en zang die iedereen met een voorhamer brutaal op de neus mept. Maakt dat alles deze schijf een aanrader? Met overgave!
Tien nummers, hoop en al een half uur speeltijd: Call of the Void verliest geen tijd met een subtiele aanloop, laat staan uitgebreide muzikale omzwervingen. Deze jongens gaan resoluut voor de slagader met een erg explosieve cocktail van sludge, punk en grindcore, die – hoewel nooit geraffineerd – altijd effectief is. Het merendeel van de nummers wordt gekenmerkt door een heerlijk groezelige en zompige gitaarklank, zo eentje die de onderbuik spontaan doet trillen van genot. Maar zodra de heren het gaspedaal ongenadig induwen (en dat soort grindcore-uitbarstingen duikt geregeld op), daveren de ingewanden los uit de buikwand op de vloer.
Het instrumentarium is beperkt gehouden: gitaar, bas en drum, maar door de nietsontziende agressie en loos gaande instelling, is 'Dragged Down A Dead End Path' enorm energetisch en hallucinant. De duidelijke punkinstelling (de opgestoken middelvinger is nooit veraf) zorgt ervoor dat deze groep een stuk heftiger klinkt dan de gemiddelde sludgeband, en dankzij de grindcoretoetsen vliegt alles met een rotvaart voorbij, terwijl ondertussen de ramen vrolijk sneuvelen.
Of het nu gaat om de sneren van 'Bottom Feeder', de geschift agressieve brultrack 'Napalm Lungs' of het compleet in-your-face blastende 'I Hope You Two Fuck', Call of the Void presteert het om lekker rauw, ongetemd en puur te zijn. Is het voer voor ieders bek? Compleet niet, maar de razernij en eerlijkheid waarmee deze groep zijn ding doet, is – ondanks de smerige sound – geweldig verfrissend.