Met 'Origo' is het Zweedse Burst aan hun derde album toe. De band ontstond in 1993 en speelde eerder punkrock, maar die stijl veranderde helemaal door de komst van gitarist Robert Reinholdz. 'Conquest: Writhe' kwam als eerste uit, maar de band was hongerig naar meer evolutie in hun stijl en bracht in 2002 het agressieve en melodieuze 'In Coveting Ways' uit. Toch wou de band nog dieper de invloeden van ieder individueel groepslid laten doorklinken en liet anno 2003 'Prey on Life' op de wereld los, waarop ze melodieuze en experimentele metal combineerden met hun vroege punk/hardcore roots. Als opvolger moest Burst een album maken dat even of nog meer pakkend kon uithalen dan 'Prey on Life'.
'Origo'(Latijn voor 'oorsprong, herkomst') is een melodieuze en agressieve collage afgewisseld met atmosferische kanten. Het album is een gevoelsexpressie waardoor de luisteraar voortdurend wordt geprikkeld, zelf ontroerd en gezuiverd wordt van zijn eigen emoties. Burst volgt als het ware het voorbeeld van de Griekse dichteres Sappho: de band steekt in hun nieuwste werk op muzikale wijze "de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie". Elk nummer op de plaat heeft een knappe opbouw die telkens verschillende climaxen kent. De band houdt dus van variatie en laat aan drie leden van de band de zang over: Linus Jäkerskog schreeuwt het grootste deel van de vocalen uit zijn strot, gitarist Robert Reinholdz doet hier en daar heldere zang en bassist Jesper Liverod neemt de deathmetalgrunts op zich, zoals hij dat al deed in zijn vorige groep, de grindcorelegende Nasum. Opener 'Where the Wave Broke' heeft een kalm begin, dat al snel overslaat in melodieuze gitaarakkoorden en mid-tempo drums. Maar dan volgt het getergde geschreeuw en gebrul van zanger Linus. Samen met de treffende gitaarklanken in de daarop volgende passage hebben zijn vocalen een zeer dramatisch effect. Tremologitaren en drumgeram vormen het krachtige emotionele einde van het nummer. 'Sever' begint kalm en atmosferisch, maar gaat over in een nerveus beukend middenstuk, dat uitmondt in een muzikale catharsis voor de luisteraar en een krachtig hakkend einde. 'The Immateria' is een echte parel, onder andere door het einde: een donderende ritmische bezetting en een tweede akoestische (!) gitaar slepen de luisteraar mee en een gitaarharmonie sluit af. Dan is het tijd voor snelheidsduivel 'Slave Emotion', een nummer dat raast met up-tempo drums, blastbeats en gitaren die lekker scheuren: toch bevat het nummer duidelijke atmosfeer en drama. Idem voor 'Flight's End' maar met extra atmosfeer en een episch gevoel. 'Homebound' begint melodieus en kalm, maar donkere wolken van agressie en haat pakken zich samen: dubbele basdrums en melodieuze gitaarrazernij dreunen naar het einde. Het instrumentale 'It Comes into a View' zet in met mysterieuze lead –en vloeierig klinkende gitaar. Een orgel doet zijn intrede op het nummer en die is, gezien het gitaaroverwicht op de plaat, wel wennen. De track roept een dwalende dromerige sfeer op die eigen is aan de postrock en sluit zachtjes af. Maar Burst wil de luisteraar op alle vlakken boeien, getuige 'Stormwielder': een tornado van up-tempodrums en dubbele gitaarfurore die uitbolt in een prachtig atmosferisch einde. 'Mercy Liberation' zet in met folkachtige deuntjes maar gaat verder dan dat. Het nummer wil een verhaal vertellen, trekt de luisteraar mee maar laat alle verbeelding aan hem/haar over. Een prachtige afsluiter voor een magnum opus dat de wereld nog eens herinnert aan de term schoonheid.
Meer over Burst
Verder bij Kwadratuur
Interessante links