Het gaat de hedendaagse Franse componist Bruno Mantovani behoorlijk voor de wind. Zijn celloconcerto verscheen recent bij Harmonia Mundi in een uitvoering van topmuzikant Jean-Guihen Queyras, zopas werd een operaregistratie ('Siddharta') door het label Arthaus op de markt gebracht en voor Aeon is dit al zijn derde cd. Niet verbazingwekkend dat veel ensembles momenteel rond Mantovani werken, want de componist is een hard werker en schrijft veel, voor gevarieerde bezetting dan nog wel. In zijn orkestrale muziek, waar Aeon voor het eerst op focust, houdt Mantovani, naar eigen zeggen, van een solistische inslag. Niet toevallig zijn zowel 'Time Stretch' als 'Finale' min of meer opgevat als orkestwerken met een ongewoon prominente rol voor respectievelijk klarinet en fluit solo. In het concerto voor twee altviolen richt Mantovani heel expliciet de schijnwerper op een instrument in het bijzonder, wat binnen het totaalpakket toelaat om zowel te dialogeren met het orkest, als tegen de stroom in te zwemmen of zelfs gewoon het instrument te laten integreren in de massieve orkestklank.
Het idee voor het 'Concerto pour deux altos' was dat de solistische stem constant tussen, onder of boven het orkest moest vloeien. Al snel verdubbelde Mantovani de partij, wat hem een extra scala aan compositorische mogelijkheden opleverde. Binnen de uit zijn voegen barstende orkestpartituur, die boordevol effecten steekt, legt Mantovani een hypervirtuoze dubbele altvioollijn. Een eerste en een tweede stem zijn hierin niet te onderkennen, noch ligt het strikt vast welke interpreet welke partij speelt: uiteindelijk zijn beide stemmen een ontdubbeling van een en hetzelfde karakter, dus is het nodig dat beide solisten elkaar perfect aanvoelen. Voor leermeester(es) Tabea Zimmerman en leerling Antoine Tamestit is dat zeker het geval. Zimmerman vergaarde de voorbije jaren een vooraanstaande status binnen de dun bevolkte altvioolkliek en Antoine Tamestit is een van haar meest succesvolle leerlingen. Allebei vertolken ze hun partij met een duizelingwekkende technische perfectie, waar een enorme gevoeligheid aan wordt gekoppeld. Mantovani, die men gemakkelijk een componist zou kunnen noemen die voortdurend uit is op orkestrale effecten, bedt zijn orkesttechnieken echter telkens goed in en door de aanwezigheid van een atmosferische context (die men niet woordelijk of rationeel kan vatten) overstijgt Mantovani constant het gemiddelde gedweep met brute crescendi of monumentale strijker- of koperpassages. Dit eendelige werk, dat bijna veertig minuten beslaat, blijft ongewoon interessant, mede dankzij de ongewone structuur met lange cadensen op bijzondere plaatsen.
Idiomatisch is 'Time Stretch' uit 2005 duidelijk verwant aan het concerto voor twee altviolen. Alweer zoekt Mantovani naar een overdonderende orkestklank, die hij uiteindelijk vindt en prachtig uitwerkt. Alweer wordt de bombast niet geschuwd, maar dirigent Pascal Rophé behoedt het schitterende Orchestre Philharmonique de Liège voor ongeloofwaardige uitvergrotingen, waardoor het contrast met meer discrete passages niet te groot uitvalt naast Mantovani's andere geweld. Hoewel gebaseerd op een madrigaal van Gesualdo, buigt Mantovani het klassieke medium volledig naar zijn hand en hij slaagt erin geluiden te produceren die honderd procent authentiek klinken. Dezelfde krachttoer presteren orkest, dirigent en componist in het slotwerk met de toepasselijke titel 'Finale'. Hierin combineren alle actoren alweer dezelfde stilistische kenmerken. Met zijn nauwkeurige benadering van de partituur, dankzij de geweldige orkestgroepen van het Luikse orkest (met warme strijkers, puntige houtblazers en zuivere kopers) en via Mantovani's creativiteit en fantasie, ontstaat zo een geweldige cd met niets dan prachtmuziek, het ontdekken waard.