Maximale effecten verkrijgen uit een relatief kleine inspanning: Bruce Springsteen weet als geen ander hoe dat moet. Het bekendste voorbeeld hiervan is zijn lp 'Nebraska' uit 1982, die hij helemaal alleen thuis inspeelde. Lo-fi avant la lettre, maar dat kon nooit beletten dat de plaat zou uitgroeien tot één van de meest gewaardeerde uit het oeuvre van The Boss. In 1995 maakte hij met de country- en folkgetinte lp 'The Ghost of Tom Joad' opnieuw een tijdelijke uitstap uit de maalstroom van de stadionrock, en op vlak van muziekstijl en tekstthematiek sluit zijn allerlaatste werkstuk, 'Devils & Dust', sterk aan bij de sfeer van de twee voornoemde platen. De E Street Band is weer volledig afwezig, maar deze keer heeft Springsteen er evenwel voor gezorgd dat hij op alle tracks ruggensteun krijgt van een gelegenheidsgroep die o.a. drums, bas, backing vocals, Hammondorgel, koperblazers en lapsteel voor haar rekening neemt. Deze groep kleurt zeer sterk binnen de lijnen van het countryidioom, waardoor Springsteens karakteristieke kortverhaaltjes over de Amerikaanse way of life nog sterker worden doordrongen met rootsinvloeden.
Het eerste kortverhaal dat Springsteen de luisteraar voorschotelt met de openingstrack 'Devils & Dust' is tevens een expliciete aanklacht tegen de oorlog in Irak. Verteld vanuit het standpunt van een VS-soldaat die 'a long, long way from home' is, kiest Springsteen (zoals steeds) voor maatschappijkritiek van onderuit, en niet voor openlijke politieke slogans. Wie cynisch is aangelegd, kan zich afvragen waarom de blik wééreens wordt scherpgesteld op de Amerikaanse strijdkrachten, en niet op de zielenroerselen van de burgerbevolking in het Midden-Oosten. In feite is dat detailkritiek, want Springsteens veroordeling van de oorlogshandelingen is hoedanook bijzonder scherp: in een land waar de president ervan overtuigd is dat een militaire interventie zinvol kan zijn, is elke stem die het tegendeel beweert een overwinning voor het gezond verstand. Het ontbreken van tijd-ruimtelijke verwijzingen naar het conflict zorgt er bovendien voor dat de song een tijdloze kwaliteit krijgt, en dankzij Springsteens doorleefde performance (op gitaar en mondharmonica) staat het nummer er ook op muzikaal vlak als een huis. Een tweede hoogtepunt is de door akoestische gitaar voortgestuwde countryrocker 'Long Time Coming', waarin het vooral opvalt hoe Springsteen door zijn indringende manier van zingen een oersimpel liefdesliedje toch een grootse allure kan bezorgen. En zelfs als hij wat experimenteert met zijn stem door de eerste maten van 'Maria's Bed' met een charmante, maar niet echt toonvaste falset te zingen, blijft zijn songmateriaal rotsvast overeind.
Enkele andere tracks missen jammer genoeg een tikkeltje vuurwerk om memorabel te blijven. De grootste minpunten zijn Springsteens melodieën, waarin iets te vaak bestaande songs doorklinken. Zo echoot de basisriff van 'All the Way Home' nogal uitdrukkelijk Kris Kristoffersons 'They Killed Him' na, en waart de geest van Dylans 'Love Minus Zero/No Limit' doorheen 'Black Cowboys'. Uiteraard zijn veel melodieën doorheen de jaren (min of meer) tot het publiek domein gaan behoren, maar Springsteen heeft het zichzelf op deze twee nummers toch wat té gemakkelijk gemaakt.
Springsteen zet met 'Devils & Dust' geen echte stap voorwaarts in zijn carrière, maar evenmin een stap achterwaarts: essentieel is de cd allerminst, maar wie er toevallig zijn oor aan leent, zal het zich ook niet beklagen. Kortom, een goede plaat – maar van The Boss zou men toch net iets meer mogen verwachten.

Meer over Bruce Springsteen


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.