Soms heb je niet meer nodig dan een goed idee. Bijvoorbeeld: je vertrekt met een Citroënbusje vol met instrumenten en opnameapparatuur naar het Zwarte Woud. Je rijdt daar een week lang rond en laat je door de natuur inspireren. Alles wat in je op komt, neem je direct op en achteraf selecteer je de meest geschikte stukken. Je zet ze op plaat en noemt het: Zwarte Woud Reis, of iets dat erop lijkt in het Duits. Dat is wat rietblazer Peter Brötzmann en drummer en multi-instrumentalist Han Bennink in 1977 deden. Gewapend met klarinetten, saxofoons, een banjo, een viola en drumsticks verbleven ze een kille winterweek in het bos en namen ze veel muziek op. Te veel muziek zelfs. Destijds verscheen er één lp. Onlangs vulde Atavistic dit album in hun onvolprezen Unheard Music Series aan met tien ongepubliceerd gebleven tracks. Dat leverde de dubbel-cd 'Schwarzwaldfahrt' op, een kleinood voor de enkeling die deze plaat nooit heeft kunnen vinden en voor de velen die zich niet eens bewust waren van het bestaan ervan.
De uitkomst van de onorthodoxe opzet van 'Schwarzwaldfahrt', lijkt wellicht voorspelbaar. Laat Peter Brötzmann aan het eind van de winter los in een bos en hij zal veel vogels gaan imiteren op zijn sax en klarinet. Han Bennink is in minder onconventionele ruimten al niet te beroerd om zijn omgeving te gebruiken als ritme-instrument. Van hem valt te verwachten dat hij zich uitleeft op bomen, stenen of gewoon op de grond. Het resultaat, zo valt wellicht te vrezen, is een ongebreidelde verzameling van ontsporende improvisaties. Maar niets is minder waar. Natuurlijk is de natuur de voornaamste inspiratiebron. Het Zwarte Woud is zelfs het grootste drumstel waarop Bennink ooit heeft gespeeld. Maar de muziek is verbazend ingetogen en coherent. En daar is dat grote bos verantwoordelijk voor. Op alle tracks is namelijk de nietigheid van de mens te horen. Of beter: het Zwarte Woud toomt doorlopend de improvisatiedrift van de twee muzikanten in. Met hoorbaar respect voor de omgeving bewegen Brötzmann en Bennink zich door hun omgeving en haar geluiden. Vooral de schreeuwende imitaties van eenden, ganzen en andere vogels krijgen niet de min of meer traditionele behandeling van de vrije improvisatie of free jazz. De muzikanten gaan niet aan de haal met deze geluiden. Ze overdrijven niet, ze laten de muziek niet ontsporen. Hoe gek en over the top de tracks bij tijd en wijle ook zijn, in de context van dat grote onvatbare woud blijven ze logisch en 'natuurlijk'. De muziek is hoogstens even grillig als de natuur zelf. De opeenvolgingen van klanken zijn hoogstens even vreemd als de opeenvolgingen van geluiden in een groot bos en de afwisseling tussen frenetiek en rustig is even traag of abrupt als in de werkelijkheid.
Op 'Schwarzwaldfahrt' probeert de kunst de natuur niet te overstijgen. Ze kiest er in tegenstelling bewust voor om zich aan de eeuwenoude overmacht te onderwerpen. Om dezelfde reden worden de natuurlijke ritmes ook niet gekanaliseerd, worden er geen 'onnatuurlijke' themaatjes gecreëerd, wordt de werkelijkheid niet geïnstrumentaliseerd voor de georganiseerde vorm van geluid die wij muziek noemen. Het knappe van het project van Brötzmann en Bennink is echter dat dit op een heel ander niveau natuurlijk wel gebeurt. Beide jazzmannen hebben immers geen opname gemaakt van de natuur. Zij hebben het Zwarte Woud ook niet nagespeeld. 'Schwarzwaldfahrt' is een vertolking van hun indrukken. Ze hebben als het ware deeltjes Zwarte Woud samengevat en ingelijst. Zo werd het muziek, misschien zelfs jazz, maar bleef het vooral het Zwarte Woud.
Meer over Brötzmann/Bennink
Verder bij Kwadratuur
Interessante links