Het Hongaarse Bridge to Solace wist meer dan te overtuigen met hun vorige plaat 'Where Nightmares and Dreams Unite': de bijzonder stevige, vermetaliseerde hardcore beukte, blies, sloeg iedereen vlak op de bek en toonde geen genade. Het was dus uitkijken naar de nieuweling. De band koos ervoor om de sound verder uit te diepen, wat maakt dat dit album zowaar nog beter klinkt dan zijn voorganger.
Het belangrijkste ingrediënt van de mokersound van Bridge to Solace – de riff – is gebleven. Lood- en loodzwaar ragt het kwintet door de songs en de basismelodieën beuken tot en met. Deze keer hebben de heren echter meer aandacht besteed aan extra melodieën, die nu vaker opduiken en het geheel meer ademruimte geven door de algehele sound open te trekken. Het truukje werd al eerder toegepast door onder andere Killswitch Engage, maar Bridge to Solace blijft nog steeds het zwaardere broertje. Het is vooral zanger Zoltan Jakab die vooruitgang heeft geboekt en iets minder hysterisch klinkt dan voorheen maar wel ruiger. Het maakt het luisterplezier er enkel groter op. Het moshfeest begint met 'Degeneration', alwaar de basis (de flinke hespen van riffs) gelegd wordt en het vijftal wijkt van dat stramien niet meer af. Van begin tot eind duwt de band het gaspedaal in, maar algemene vermoeidheid wordt vermeden dankzij de grotere rol van de harmonieën en melodieën. Bridge to Solace slaagt er net als de vorige keer in om de negen songs in een rotvaart te laten passeren, zodat een luisteraar nauwelijks beseft dat dit album voorbijvliegt. De ravage in de huiskamer zal daar eerder een getuige van zijn.
Met Bridge to Solace heeft label GSR alweer een prijsbeest in huis, want de heren weten niet alleen hun klasse te bevestigen, maar zelfs nog uit te breiden. Deze band presteert het om melodieus te zijn zonder soft te worden en bruut te blijven zonder ontoegankelijk te zijn.
Meer over Bridge to Solace
Verder bij Kwadratuur
Interessante links