Met alter ego Brat Farrar en het gelijknamige album is er een nieuw hoofdstuk aangebroken in de carrière van Sam Agostino. De man maakte reeds furore met projecten als Digger And The Pussycats, Kamikaze Trio en Russian Roulettes, maar is nu klaar voor het solowerk. Om de perceptie te vermijden dat elk nummer over Agostino’s eigen leven zou gaan, nam hij het pseudoniem Brat Farrar aan, dat beter gekend is als een roman van de Schotse schrijfster Josephine Tey. Waar hij zich met zijn vorige projecten nog op garage (Digger And The Pussycats) en grunge (Kamikaze Trio) stortte, wou Agostino nu naar eigen zeggen popsongs met een digitale toets schrijven.
Het resultaat is echter geen album vol radiovriendelijke nummers: ‘Brat Farrar’ is een punkalbum, dat qua klankkleur vooral aansluit bij de new wave uit de jaren tachtig. Niet de warme Miami Vice-new wave, maar de donkere new wave waartoe bands als Suicide en (vroege) Joy Division behoorden. Het mag dus niet verrassen dat de sfeer op ‘Brat Farrar’ bijzonder kil en grauw is: het is de soundtrack van regenachtige, koude nachten en feestjes in groezelige kelders.
‘Brat Farrar’ is een bijzonder compact album, met twaalf nummers waarvan het langste nauwelijks meer dan drie minuten duurt. Gelukkig maar, aangezien er slechts weinig variatie op terug te vinden is. De meeste nummers zijn opgebouwd rond de combo van een rammelende gitaarriff en Agostino’s zang, die, afhankelijk van het nummer, meer of minder verstaanbaar is. ‘You Got Me Hanging Around’ is wat dat betreft een van de hoogvliegers, en het perfecte voorbeeld van Agostino’s popsongs. Origineel is het allemaal absoluut niet, maar daarom is het niet minder vermakelijk. Datzelfde kan helaas niet gezegd worden van een nummer als ‘Party At Hawks’, dat nauwelijks als een song bestempeld kan worden. De aangenaamste verrassing is zonder twijfel ‘Leo Cried’, dat door een catchy keyboardriff voortgestuwd wordt en op die manier voor de broodnodige afwisseling zorgt. Zulke momenten hadden minder schaars mogen zijn.
Als Brat Farrar heeft Sam Agostino een album afgeleverd dat klinkt alsof het een vergeten werk uit de vroege jaren tachtig of late jaren zeventig is. ‘Brat Farrar’ gaat gebukt onder een gebrek aan variatie en niet alle songs werken, maar heeft absoluut waarde voor de liefhebbers.