Zestien jaar na haar oprichting mag Brass Band Leieland zich eind november opmaken voor de allereerste deelname in Kampioensdivisie op de Belgische Brassbandkampioenschappen. Eerst echter wordt deze grote stap luister bijgezet met de release van hun eerste schijfje. ‘Fire In The Sky’ lijkt op het eerste gezicht wel een sterk veredelde demo. Er is geen label of verdeler, zelfs geen cd-nummer, maar wel Engelse teksten in het verzorgde boekje.
In tien tracks en zonder op de clichés van het genre terug te vallen, krijgt de luisteraar een vrij veelsoortig repertoire voorgeschoteld. De snelle, feestelijke concertmars ‘The Rovers Return’ is van een heel andere orde dan Peter Meechans prinsheerlijke ‘Fire In The Sky’, het plichtwerk waarmee Leieland eind 2011 de promotie van Eerste naar Kampioensdivisie afdwong. Het werk baseert zich inderdaad op ‘Smoke On The Water’ van Deep Purple en verwijst naar de nacht dat een Frank Zappafan het casino in Montreux fikte. De componist herdenkt ook Igor Stravinsky (die veertig jaar geleden stierf), Miles Davis en Freddie Mercury (beiden ook al twintig jaar vertrokken), die allen een band hadden met deze mondaine stad aan het meer van Genève en haalt er verwijzingen bij naar hun oeuvre. Het werk begint enigszins onheilspellend met vooral een dreigende bastrombone om dan over te gaan in een statige beweging die het ongetwijfeld impressionante schouwspel van de vlammen evoceert. Na het elegische tussendeel, dat onder meer naar ‘Who Wants To Live Forever’ knipoogt, volgt een trotse muzikale wederopstanding met hetzelfde thema als in het begin maar hier zonder dreigend te klinken. Het introverte maar tegelijk erg muzikale ‘Valley Of The Pinios’ van Kevin Houben weet al even goed stemmingen op te roepen, zij het hier de sacrale sfeer van de kloosters van Meteora in de Griekse vallei van de rivier Pinios. De uitdaging van deze compositie ligt niet in de technische hoogstandjes – een gemiddelde fanfare of harmonie kan dit met gemak aan – maar in de combinatie van sound, ingetogenheid en zeggingskracht.
Heel anders is de ode aan trompettist Bill Chase, ‘Cut To The The Chase’, van Wim Bex: een uitbundig werk met heel wat highblowing van het kleine koper dat men eerder in het oeuvre van een bigband zou verwachten. Van een andere landgenoten komen het joods geïnspireerde, oorspronkelijk voor kopertentet gepende ‘Jewish Wake’ (Simon Van Hoecke) en het daarmee contrasterende ‘Winter Solstice’ (Erik Jonghmans). Laatstgenoemd werk gaat over een eredienst aan de natuur tijdens een midwinternacht (met behalve koorzang ook een messcherpe sopraancornetsolo van Sam Werbrouck), maar evolueert dan naar een uptempo orkestwerk. Ook Wouter Deprez en Aaron Eggermont mogen hier even in de spotlights, op bugel dan, terwijl de zeemzoete bugelsolo in ‘The Way We Were’ van de eerder dit jaar overleden film- en tv-componist Marvin Hamlisch op het conto van Dirk Demeulemeester staat. Verrassend is de swingversie van Griegs ‘In The Hall Of The Mountain King’, waar dirigent Wouter Loose de bastrombonesolo voor zijn rekening neemt. De hoofdvogel onder de vele soli, die minstens aantonen dat Leieland wel degelijk iets te zoeken heeft in de hoogste klasse van de (Belgische) brassbandscene, wordt niettemin afgeschoten door Jan Huysentruyt die bastubavirtuoos Øystein Baadsvik achterna gaat in ‘Fnugg’, een meesterlijke improvisatie met technieken als multiphonics en Baadsviks lip beat (een soort percussie op tuba).
Jammer dat de mensen van Brass Band Leieland niet meer aandacht aan de formaliteiten konden besteden, want ‘Fire In The Sky’ is zoveel meer dan een veredelde demo. Bovendien werd een repertoire bijeen gespeeld dat behoorlijk origineel is en tegelijk tevens uitdagend en luistervriendelijk. En er verschijnt, Brass Band Buizingen buiten beschouwing gelaten, sowieso al amper iets van de Belgische brassbandscene.