De groepsnaam is niet alleen volslagen idioot, hij is ook nog eens slecht gekozen. De vijf gabbers van het Texaanse Born To Lose spelen voor hun genre namelijk overtuigende en snedige muziek die door sommigen als "street punk" en door anderen als "pub rock" wordt afgedaan. Zoals zo vaak ligt de waarheid in het midden: "pub punk" lijkt hier nog de meest geschikte term.
Born To Lose speelt strakke punkrock die zowel invloeden van de oude school als van hardcore integreert: het snelle 'Paid Up' is bijvoorbeeld een ontmoeting tussen de Ramones en Minor Threat, terwijl een meer melodisch nummer als 'Salvation' zowel aan Bad Religion als Agnostic Front doet denken. De meezingrefreinen van zowat elk nummer zijn vrolijk en stoer tegelijk en tijdens de furieuze chants in het titelnummer (hier komt zelfs No Fun At All even piepen) steken visioenen van met gerstenat zwaaiende rakkers probleemloos de kop op. De afwisselende gitaarsolo's en de dialoog tussen zanger en "achtergrondkoor" geven 'New Babylon' zo een amusementsgehalte mee waar de Dropkick Murphys hun hand niet voor zouden omdraaien. Ook 'The Ship' bevat een snuggere modulatie tijdens het laatste refrein, waarbij het zware accent van brulboei Chris Klink voor een extra charme zorgt.
Hoewel het album iets te lang duurt, rocken alle nummers aangenaam weg en de goede klank is gelukkig niet overgeproduceerd, waardoor het geheel helder en toch organisch overkomt. Enkel het lauwe 'Bitter Streets' is een stille afknapper, maar met een merendeel gebalde vuisten als 'Along the Way' (Green Day anno 1992 revisited) blijkt 'Sweet Misery' een album dat klinkt als Pennywise voor motorrijders. De groepsfoto toont vijf bebaarde mannen met leren jekkers, tattoos en het semi-verplichte bierblik in de hand, terwijl afsluiter 'Anthem' eindigt met een nonsensdialoog tussen enkele lachende cafégangers. Om het kort te stellen: Maten. Makkers. Born To Lose.
Meer over Born To Lose
Verder bij Kwadratuur
Interessante links