Het ziet er goed uit voor Simon Green ofte Bonobo. Vriend en vijand heeft immers reikhalzend uitgekeken naar de vierde studioplaat van de techneut op het na twintig jaar nog steeds vooraanstaande triphop- en breakbeatlabel Ninja Tune. Terecht, zo blijkt, want de erg eigenzinnige producer en muzikale duizendpoot uit Brighton heeft met ‘Black Sands’ een album vol sappige melodieën, stijve hiphop en sexy live-instrumenten bij elkaar gesprokkeld om wederom een stempel als achtergrondmuziek te kunnen ontduiken.
Bonobo is een aap en alle apen apen andere apen na. Niet echt dus. Het is gemakkelijk om referenties bij ‘Black Sands’ op te sommen, niet in het minst omdat Green bij gebrek aan een goede stem grotendeels op het platgelopen pad blijft van instrumentale, lome elektronische muziek. De hippe Brit distantieert zich echter van genregenoten als DJ Krush, Terranova of Cinematic Orchestra door hokjesmentaliteit zo ver mogelijk van zich af te gooien. Dat zorgt voor een bevreemdend album vol sfeervolle impressies die de ene keer met triphop of softe breakbeats aan de gang gaan, maar een andere keer ook iets steviger uitpakken. Een voor Bonobo typerend, zwoel lounge-gevoel loopt echter als een rode draad doorheen de plaat en zorgt voor een zomers sfeertje.
In tegenstelling tot zijn sombere titel, baadt dit album in een zekere ‘smoothness’, getuige Oosterse klanken in het zweverige ‘Kiara’, een frivole fluit in het bijna vooroorlogse ‘El Toro’ of alomtegenwoordige nu-jazzaccenten op gitaar of orgel. Een enkele keer komt ‘Black Sands’ echt stevig uit de hoek. ‘We Could Forever’ wordt aangevuurd door een uptempo ritme en een heerlijk swingende baslijn waardoor zomerse trompetjes voor het felst ingekleurde moment van het album zorgen.
Drie keer doorbreekt Bonobo zijn instrumentale wereldreis. De beloftevolle Audreya Triana zuigt dankzij een uiterst sensuele stem met verve de aandacht naar zich toe, maar doorbreekt nergens het magistrale totaalgeheel van de cd. Integendeel zelfs, want vooruitgeschoven single ‘The Keeper’ duikt met zijn heerlijk neergeslagen gevoel en laatavondzang heerlijk de duisternis in, terwijl een leuk klokkende en tokkende percussie wat extra zuurstof injecteert.
Black Sands’ is de vierde lange, uiterst genietbare trip doorheen het bizarre geluidslandschap van Bonobo. De sfeer is zowel ontspannen als ongedwongen. De impressies zijn rijk en melodieus onderbouwd. De bodem van deze muziek durft al eens wat dieper te liggen dan ogenschijnlijk gedacht wordt, maar dat verhindert niet dat een dik uur subtiele zomerzwoelheid hier op een blaadje gepresenteerd wordt.
Meer over Bonobo
Verder bij Kwadratuur
Interessante links