De pianist Bojan Zulfikarpasic (Belgrado, 1968) groeide op met de klassieke meesters, werd door een vriend geïntroduceerd in de popmuziek, rolde de jazzwereld in en leerde tijdens zijn legerdienst de Balkantraditie beter kennen. Het mag dan ook niet verbazen dat zijn muziek doordongen is van heel wat genres en stijlen, wat meteen het hoofdkenmerk is van 'Xenophonia'. Toch slaagt Bojan Z er in een coherent verhaal te vertellen en klinkt het album niet als een collectie losse tracks.

Als pianist kan hij zowel overweg met lang uitgesponnen zinnen waarbij hij de melodie geen tijd geeft om te landen, als met nerveuze vrijere improvisaties vol korte, ratelende motieven, plotse uitvallen en repeterende akkoorden. Bovendien is Zulfikarpasic op dit album ook te horen op Fender Rhodes en xenophone (een Fender Rhodes met bewust gekozen afwijkingen), wat hem de kans geeft nog meer oorden op te zoeken. Hierin wordt hij verder gesterkt door de aanwezigheid van bassist Remi Vignolo die verschillende spelconcepten aankan en drummers Ari Hoening en Ben Perowsky die strak en hoekig spelen zonder als techneuten te klinken.

De cd opent met het fijnbesnaarde drumwerk van Perowsky waarop Krassen Lutzkanov een kaval-melodie mag draperen. Deze volkse klanken duiken in de loop van de track geregeld terug op als nevelslierten waardoor de luisteraar snel de oriëntatie kan verliezen. Dit effect wordt nog versterkt door Zulfikarpasic die weinig uitspreekt in zijn improvisaties. Hij lijkt slechts flarden te geven van zijn muzikale ideeën, alsof de luisteraar de muziek zelf maar moet vervolledigen. Deze manier van het eigenzinnig versnijden van diverse muzikale invloeden is symptomatisch voor 'Xenophonia'. Zo zorgt de verstoorde intonatie van de xenophone in 'Wheels' voor een melodie met oosterse, soms haast atonale ambities, waarna een korte basriff het heft in handen neemt. Wanneer de muziek even terugplooit blijft de spanning echter bewaard en later blaast Zulfikarpasic de keyboards op tot psychedelische proporties, waarbij Vignolo en vooral Hoenig graag mee gaan flippen.

Uitstapjes naar de popmuziek zijn er met Bowie's 'Ashes to Ashes' en het vinnige 'Biggus D'. Bij het eerste nummer primeert de sound op de improvisatie. Bojan Z blijft dicht bij het thema, maar speelt het in een tegenwringend ritme en in een uiterst frisse klankkleur die gedomineerd wordt door het fluiten en het hogere pianoregister. 'Biggus D' (genoemd naar de illustere Romeinse veldheer uit 'The Life of Brian') is een van de knapste staaltjes van Zulfikarpasic' eclectische stijl van arrangeren en componeren. De inzet wordt gegeven door een hoekige pianomelodie waarna de drum de muziek bijstuurt richting funk en later ook drukkere, drum'n'bass getinte jazz. In het tweede deel wordt dan weer een veel abstracter klankbeeld opgezocht.

Het knappe aan 'Xenophonia' is de manier waarop Zulfikarpasic er in slaagt om breed geschakeerde muziek heel logisch en samenhangend te laten klinken. Alleen bij 'Xenos Blues' slaagt hij hier niet in. Het emotionele contrast tussen de inleidende, authentieke bluessample uit de opnames van Alan Lomax en de daaropvolgende instrumentale blues is storend groot. Ongeïnspireerd kan Zulfikarpasic' spel hier niet genoemd worden, maar de intensiteit en de schittering van de andere tracks is hier wel zoek.

Meer over Bojan Z


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.