Robert "Bobby" Previte is een kwieke Amerikaanse veertiger die zich sinds zijn jeugdjaren in tientallen, zoniet honderden groepen en projecten heeft onderscheiden als uitmuntend drummer, componist en bandleider. Nadat hij als tiener vooral verslingerd was aan soul en rock, ging hij muziek studeren aan de Universiteit van Buffalo, waar hij begeesterd raakte door al wat naar jazz en experimentele muziek rook. In 1979 verhuisde hij naar 'Downtown' New York en begon hij te bouwen aan een indrukwekkende muzikale carrière. Gedurende twee decennia werkte hij samen met culturele grootheden als John Zorn, Elliot Sharp, Jane Ira Bloom en Yoko Kanno, gaf hij workshops en lezingen over heel de wereld en stapelde hij de ene internationale onderscheiding na de andere op. Naast tal van andere (film- en kunst)projecten deelde Previte als drummer de laatste jaren veelvuldig het podium met '8-string'-gitarist/wonderkind Charlie Hunter, onder meer als het gevierde Groundthruther-duo. Met diezelfde Hunter en een schare klasbakken uit het 'kunstzinnige' New Yorkse muziekmilieu nam Bobby Previte onlangs onder de noemer 'The Coalition Of The Willing' een nieuw album op.
Op 'The Coalition Of the Willing' brengt Previte met de hulp van zijn kompanen acht songs lang al zijn invloeden van de voorbije 25 jaar samen. Het hoofdingrediënt is bijna vanzelfsprekend jazzrock, maar ook reggae-, surf-, film- en elektronische invloeden passeren de revue. In tegenstelling tot wat de cd-hoes (in onvervalste communistenstijl) en de songtitels (die op één na allen verwijzen naar George Orwell's visionaire boek '1984') suggereren, is deze plaat geen 'elitair' of 'intellectueel' studioproject geworden. Integendeel, van bij de eerste noten wordt de luisteraar ondergedompeld in een ongedwongen live-sfeertje en flirt het collectief zonder scrupules met tal van populaire genres en deuntjes. In de openingstrack 'The Ministry Of Truth' bijvoorbeeld, waar een vrolijk hammond-deuntje, een opmerkelijk eenvoudige, recht-voor-de-raap drumbeat en een klets vlot wegrockende (surf)gitaren het pad effenen voor een bluesy harmonica-solo. Het nummer roept hiermee meermaals een sfeer op die doet denken aan de titeltune van een of andere klassieke tv-show. In 'Airstrip One' duikt de band dan weer aanvankelijk het jazzfunk-verleden in met een vette bas(solo), James Brown-achtige gitaarlicks en funky drumritmes in de hoofdrol. Met meerdere blazers in de hoge registers bouwt de song echter al snel op naar iets wat niet zou misstaan in een prettig bombastische live-show van Phil Collins. 'Versificator' tranformeert vervolgens andermaal op spontane wijze van iets soundscapeachtig in een uptempo bluesjam, compleet met warme altsaxscheuten en snerpende gitaarsolo's. De meest opmerkelijke muzikale gedaanteverwisseling voltrekt zich echter in het nummer 'Oceania'. Meestergitarist Charlie Hunter opent met een desolaat repetitief popakkoord, waarna hij samen met de bas, de drums en het hammondorgel iets inzet wat (opnieuw) lijkt op een soundtrack van een politieserie. Vanuit een jazzachtige gitaarsolo schakelt de groep dan over op een slavisch aandoende passage, om enkele minuten later, na een korte herhaling van de openingsequentie, uit te monden in een onversneden instrumentale reggaetrack. Het feit dat dit alles telkens gebeurt in iets meer dan vijf minuten én bovendien zeer natuurlijk klinkt, maakt het geheel alleen maar indrukwekkender. De keerzijde van de medaille is dan dat er om alle subtiliteiten te vatten wel wat verwacht wordt van de luisteraar. Daartegenover staat wel dat op het hele album, dat teert op het organisch samensmelten van muziekstijlen, instrumenten en passages, haast geen aarzeling of foutje te bespeuren is. Of het nu de stoere metalriffs op 'The Ministry Of Love', de wondermooie epische noisegitaren op 'Anthem for Andrea', de bluesachtige mondharmonica en slidegitaren op 'The Inner Party' of de film noire-saxmelodieën op 'Memory Hole' zijn, nergens klinkt de bende van Previte geforceerd of pretentieus.
Deze 'Coalition Of the Willing' is met andere woorden een behoorlijk indrukwekkende plaat. Bobby Prevites jongste project is bewonderenswaardig vanwege het technisch gemak én plezier waarmee alle bandleden zich hoorbaar kwijten van hun eclectische muzikale taak. Ondanks de totale afwezigheid van de moeilijkdoenerij die conceptuele (jazzrock)albums als deze vaak typeert, spelen Prevites compacte composities hier en daar toch zozeer met technieken, stijlen, sferen (en dus de gevoelens van zijn luisteraar) dat het 'vermoeiend' wordt om het geheel te volgen. Hadden Previte en de zijnen hier en daar iets meer tijd genomen om hun ideeën te laten doordringen bij het publiek, had men misschien kunnen spreken van een toegankelijk meesterwerk. Nu blijft het bij een sterke plaat met intrigerende ideeën.
Meer over Bobby Previte
Verder bij Kwadratuur
Interessante links