In 1977 stond Blaine L Reininger mee aan de wieg van de Amerikaanse band Tuxedomoon en alleen al daarvoor heeft hij dertig jaar later nog steeds zijn plaats in de geschiedenis van de rockmuziek. Het belet de man echter niet om voor het eerst sinds jaren ook nog eens met een soloalbum te komen. Het spijtige is dat Reininger op 'Glossolalia' meer dan eens klinkt als een muzikant met een rijk verleden die nu echter grotendeels uitgepraat is.
Aan de variatie binnen het basismateriaal van 'Glossalia' zal het niet liggen. De cd klinkt als een patchwork van keelzangen, distortiongitaren, brommende bassen, verbasterde stemsamples, orkestsnippers, Mexicaanse mariachi, donkere en semi-donderende rock met flarden herkenbare schlagerharmonieën, een cowboynummer en streepjes gospel. Reininger switcht niet nerveus van het ene naar het andere uiterste, maar denkt in net iets langere gehelen. Hierdoor klinkt de muziek logischer, maar valt ook op dat de riffs, melodieën of akkoordpatronen niet echt pakken of blijven hangen. Bovendien gebruikt hij de samples eerder als elementen om na elkaar te zetten dan om ze simultaan uit te spelen en zo een gelaagdheid op te bouwen.
Wanneer hij dit toch even doet in het openende 'Throatsinging' krijgt de luisteraar meteen het boeiendste nummer van het album te horen. Keelzangen, een herkenbaar tokkelende gitaar, het poppy orgel, synthesizerstrijkers en een folkgetinte viool vormen de ingrediënten die in wisselende combinaties door en over elkaar schuiven. Door deze verwerking krijgt de track een verloop en een variatie die later nooit meer echt zullen terugkeren. Alleen 'Hand and Audrey' komt nog in de buurt, maar hier worden de kleine en repetitief verknipte orkestsample, de vervormde spreekstem, het trage cowboynummer en de elektronica al minder door elkaar geschoven.
In andere nummers wisselt Reininger veelal tussen twee situaties, waardoor de voorspelbaarheid snel opkomt, ondanks de uiteenlopende klanken waaruit de tracks opgebouwd zijn. Bij de laatste nummers zakt de cd nog verder weg, wanneer de rechtlijnigheid de bovenhand krijgt. de gitaarriff van 'Cowboy Elektra' past spanningsloos binnen de harmonie van de elektronica en de beat van 'Dance in Your Blood' zorgt voor een onnodige constante. Toch klinkt de combinatie van de verschillende bouwstenen hier niet als een geheel en lijken de keyboards er met de haren bijgesleurd. Op 'Ich Will Rock' laat Reininger zich tenslotte van zijn stevigste kant horen. De gitaarnoise en de stompende drum klinken echter niet uitdagend of creatief, maar lijken eerder voer voor het jeugdsentiment van sarcastisch geworden postpunkers.
Hoe fraai de lay-out van dit album ook mag zijn (werk van Bruno Jacqmain, ook bekend als Kiekebiche), de muziek die er op te horen is, laat weinig sporen na. Enggeestig en eenkennig kan Blaine L Reininger niet genoemd worden, daarvoor is zijn arsenaal van klanken te gevarieerd. Helaas slaagt hij er meestal niet in om met het materiaal knappe klankconstructies te bouwen.
Meer over Blaine L. Reininger
Verder bij Kwadratuur
Interessante links