“Black Gold 360 en Fumihito Sugawara zouden elkaar nog niet herkennen als ze samen op café zaten.” Leve de moderne technologie die het mogelijk maakt dat artiesten uit twee verschillende continenten een plaat als ’20 Country Love Songs’ kunnen samenstellen. En die het mogelijk maakt dat de heren het (zonder dat café) eens zijn worden om hun gezamenlijk album deze totaal foutieve titel te geven. Zowel het Nederlandse team Black Gold 360 als de in Austin (USA) wonende Japanner hebben immers een aardig referentiekader opgebouwd in het jazzy elektronicamilieu en pakken hier uit met een minimaal avant-gardistisch sfeerwerk met tien verschillende fantasiebeelden vol filmische weelderigheid.
Deze plaat bestaat uit tien karakterwerkjes met elk een eigen identiteit. Het feit dat twee totaal verschillende artiesten die elkaar ontmoetten dankzij een gemeenschappelijk label, in hun eigen bastion aan deze plaat hebben gesleuteld, verklaart enige diversiteit.
Opener ‘A la Cumbre’ is opgebrouwd rond het zalvende, glijdende trompetspel van inmiddels vast ingelijfd Black Gold 360-lid Teus Nobel, die met zijn heldere expressie de wandelende piano en de schuifelende drums naar zich toe trekt om er een stevige melancholie onder te plaatsen. De wat lome uitstraling van deze opener herhaalt zich in ’Shogyou Mujou’, dat met zijn spaarzaam, zinderend gitaarspel en vage achtergrondsamples van viool, percussietics en ver weggemoffeld, gedempt blazerwerk een nogal akelige ambientsfeer oproept. Ondanks zijn piekende inhoud halfweg, verkiest dit vier minuten durend moment met duidelijk Japanse inslag toch in het luchtledige te blijven hangen.
Met zijn kanjer van een titel zuigt vooral ‘No Longer Blinded by the White Flash’ enige aandacht naar zich toe. Terecht, want onrustig schuifelende basgrooves en tikkende beats blijken ook het meest extraverte moment op deze plaat, door Mc Tigre Liu met gesproken, fragmentarische raps krachtig bijgetreden. Ook hier gaat het gezelschap echter voor instrumentale finesse in de vorm van een warm zinderende gitaar, slepende klarinet en licht vibrerende, voorzichtige viool.
Dat beide teams vooral ook elektronicapuristen zijn, bewijst het feit dat elke instrumentale sfeerprent uit een erg uitgebalanceerde structuur bestaat vol details en suggesties. ‘Run Boy Run’ dat het opklimmende basthema uit Rage Against the Machines ‘Bomb Track’ leent, wisselt op jazziaanse wijze solerende trompet, gitaar en drum af, maar bulkt tegelijkertijd van flarden extra snaarwerk, orgel of percussie. Het resultaat is een broeierige fusiontrack vol inhoud en gejaagdheid die zich echter totaal niet zondigt aan overdaad.
De heren hebben zichzelf het etiket “elektronicajazz” aangemeten, maar titel ’20 Country Love Songs’ toont aan dat grenzen hier totaal niet van tel zijn. Er is weliswaar sprake van een mooie balans tussen livespel en elektronische afwerking, maar het genre jazz wordt hier verruimd met psychedelica, ambient, filmmuziek en zelfs klanken uit vreemde culturen, getuige de sitar in ‘Run Boy Run’. Ook al duikt de tweede helft van dit album iets meer in de wereld van weinig tastbaar sfeerwerk, toch blijft dit artiestengezelschap zorgen voor een avontuurlijk, fijngevoelig geheel. Met enige verbeelding is een term als ‘geestesverruimend’ hier zelfs niet misplaatst.