Saxofonist Nathan Daems gaf onlangs in een interview toe dat hij weinig affectie voelt voor abstracte, hedendaagse vormen van jazz. De muzikale interesses van deze jonge dertiger neigen voor een groot stuk naar niet-westerse genres, wat al tot uiting kwam in het Indisch getinte Ragini Trio, Bazaar d'Orient en nu ook in Black Flower. Binnen dit kwintet worden uiteenlopende invloeden omgesmeed tot sfeervolle en groovende tunes, wat van ‘Abyssinia Afterlife’ een van de meest frisse Belgische releases van het afgelopen muziekjaar maakt.
Op de jongste editie van Gent Jazz mocht Black Flower een week lang als afsluiter fungeren op de Garden Stage, het zijpodium van het bekende zomerfestival. Na de eerste avond al werd de organisatie verzocht om de stoeltjes op de eerste rijen weg te nemen, want geconfronteerd met de muziek van dit overwegend Gentse gezelschap voelde het publiek de behoefte om te bewegen. De elementen uit onder meer dub en afrobeat, geïntegreerd binnen een heel melodieuze context (waarin Ethiopische muziek een duidelijke stempel drukt), werken dan ook serieus op de benen. Probeer maar eens stil te staan op de opzwepende tonen van 'I Threw A Lemon At That Girl' en het vederlicht huppelende 'Star Fishing', een exotisch wiegelied dat brandstof krijgt via een mantra-achtig basloopje.
Voor deze band koos Daems voor medestanders met een zekere staat van dienst. De veelzijdige kornettist Jon Birdsong vormt samen met hem de frontlinie, wat in de meeste tracks voor een plezante en kleurrijke wisselwerking zorgt. Filip Vandebril neemt de baspartijen voor zijn rekening, terwijl Wouter Haest (lange tijd toetsenist van Los Callejeros) en drummer Simon Segers (De Beren Gieren, Stadt) de ritmesectie vervolledigen. Bovenal is Black Flower echter een band en niet zozeer een samenkomen van goeie muzikanten. Virtuositeit is hier helemaal geen issue en de soloruimtes zijn bijgevolg eerder beperkt - het zijn vooral Daems en Birdsong die hierin het voortouw nemen - maar het ensemblewerk, veelal verpakt in onweerstaanbare grooves, maakt dit ruimschoots goed.
Op sommige momenten produceert Black Flower bijna pure dansmuziek. Met 'The Legacy Of Prester John' en 'Again I Lost It' zouden dj's van het betere dansfeest het vuur aan de lont kunnen steken. En wat dan te denken van 'I Threw A Lemon At That Girl'? Een simpel baslijntje, een motiefje van de twee blazers en wat vettige keys erover gegoten zorgen voor een broeierige cocktail waar het gezin Kuti de hoed voor zou afnemen. De Ethiopiërs komen dan weer bovendrijven in het door percussie gedragen 'Winter', waar Daems indruk maakt op fluit en niet zelden de sfeer oproept van het contemplatieve werk van Mulatu Astatke.
En zo gaat het eigenlijk negen tracks lang door, zonder dat er ergens een teken van zwakte wordt getoond. 'Abyssinia Afterlife' is een schot in de roos en daarmee het derde of vierde succesvolle project van Daems op rij. Het volgende staat overigens al in de steigers (Karsilama Quintet) en zal draaien rond Turkse zigeunermuziek, maar ondertussen is het aan organisatoren uit Vlaanderen en omstreken om met Black Flower een zaakje te doen. Zolang ze de stoeltjes wegnemen, uiteraard.