Net als heel wat andere brassbandcomponisten, was ook Wilfred Heaton afkomstig uit de Salvation Army. Nochtans reikte zijn muzikale blik veel verder dan die van zijn tijdgenoten, hetgeen vaker tegen hem werkte dan in zijn voordeel. Zo kreeg hij de opdracht om het plichtwerk te schrijven voor de Britse Nationale Brass Band Kampioenschappen van 1973 maar zijn toepasselijk getitelde en baanbrekende 'Contest Music' werd ter elfder ure afgewezen en vervangen door 'Freedom' van Hubert Bath. Om een lang verhaal kort te maken: de organisatoren zagen niet lang daarna hun fout in en het werk werd heropgevist voor hetzelfde concours in 1982.
35 jaar na deze historische vergissing is 'Freedom' in de vergetelheid geraakt en wordt 'Contest Music' in een adem genoemd met de maker. Het is echter een even grote vergissing te denken dat er uit Heatons pen geen andere grote werken zijn gevloeid. Het is opmerkelijk dat alle drie de werken die op dit afsluitende vierde deel voorkomen tot zijn grootste behoren. De cd opent met het 26 minuten lange 'Sinfonia Concertante' dat de toen 73-jarige componist in 1991 afwerkte – er zijn quasi onweerlegbare vermoedens dat grote delen van kort na de Tweede Wereldoorlog dateren. De eerste versie, die niet eens voor cornet zou zijn geweest, is echter verloren gegaan. De versie van '91 was bedoeld voor cornettist Martin Winter, die het met de Foden's Band in première zou laten gaan voor de BBC. De producer van dienst wilde echter het verhaal van achttien jaar eerder nog eens dunnetjes overdoen maar de uitvoering annex plaatopname gingen gelukkig wél door. Vijftien jaar na de eerste uitvoering vond de Black Dyke Band Winter bereid tot een nieuwe opname en hij zorgt voor een ongelooflijk virtuoze trip, waarbij het muzikale nooit verloren geraakt door het veeleisende karakter van de solopassages en cadenza's of de beklijvende stiltes... Muziek om bij te gaan zitten en eindelijk nog eens te kunnen ontdekken dat er een puntje is aan de stoel, het komt niet vaak voor.
'Music for Brass Sextet (Toccata – Oh the Blessèd Lord)' is in de brassbandwereld vooral bekend in de versie voor volledige band uit de jaren '70, maar werd omstreeks 1938 geschreven voor een sextet bestaande uit twee cornetten, alto, bariton, euphonium en bastuba. Het was een compositieopdracht die - we vallen in herhaling – afgewezen werd wegens te modern. Behalve door de beperkte bezetting (al merkt de luisteraar daar nauwelijks iets van) onderscheidt het origineel zich vooral doordat de verschillende onderdelen minder scherp afgebakend zijn. De dissonanten zijn prominenter en men kan het ook zien als een blauwdruk van de bandversie.
'Variations' ten slotte is het enige volledig nieuwe werk dat Heaton op het einde van zijn leven schreef. De Britse dirigent en componist Howard Snell, al sinds de jaren '70 een vurig pleitbezorger van Heatons muziek, vroeg hem om een nieuw brassbandwerk te schrijven maar deze onderneming verliep zeer langzaam. Bij zijn dood in 2000 was het twaalfdelige werk onaf. Van sommige delen ontbrak nog een definitieve partituur en het achtste, waarin hij een hele resem volksdeuntjes had verwerkt, was slechts fragmentarisch. Snell, aan wie de componist het werk trouwens opdroeg, vervolmaakte het geheel. De luisteraar die verstoken blijft van deze informatie zal het verschil nooit merken tussen beider bijdragen. Het geheel is Heaton ten voeten uit: een spel van tonaal en atonaal, consonant en dissonant, klank en stilte, intens maar tevens abstract. Net als bij 'Contest Music' heeft iedere noot haar plaats, net als bij 'Sinfonia' draagt elke stilte bij tot de spanning. De invloeden van de Hongaar Matyas Seiber, waar hij les van kreeg, vallen niet te ontkennen in Heatons persoonlijk notities bij de muziek en enkele principes van Schönbergs twaalftoonsmuziek worden hierin expliciet vermeld.
Volume 4 is een uiterst geslaagde afsluiter van een collectie van een van de opmerkelijkste brassbandcomponisten van de 20ste eeuw. Het is niet alleen een mooi eerbetoon aan de componist. De Black Dyke Band o.l.v. Nick Childs slaagt er zelfs in om haar eigen soms "volslanke" sound waar nodig weg te cijferen in functie van de muziek. Reken daarbij uitstekende verklarende hoesteksten van Bryan Stobart en Paul Hindmarsh. Meer kan de muziekliefhebber niet verwachten.
Meer over Black Dyke Band
Verder bij Kwadratuur
Interessante links