De Black Dyke Band viert dit jaar haar 150ste verjaardag. Al zijn ze daarmee lang niet de oudste nog bestaande Britse brassband, ze hebben wel met voorsprong het meest imposante palmares: de band won liefst 28 keer de British Open sedert 1853, 20 keer de Britse Nationale Kampioenschappen sinds 1900 en elfmaal de Europese op 28 edities. Black Dyke is een beetje het Real Madrid van de brassbands: een jaar zonder trofee is een mislukt jaar. Tegelijk is spelen bij Black Dyke de natte droom van zowat elke brassbandmuzikant. Anderhalf jaar geleden verliet sopraancornettist Peter Roberts droogjes de YBS Band nadat hij mee zeven van hun negen Europese titels had gewonnen, omdat "iedereen nu eenmaal droomt van Black Dyke".

Naast 'Jewels In The Crown' verschijnen er naar aanleiding van deze verjaardag ook een boek en een dvd. Het boek en de driedelige cd (waarvan de drie schijfjes het uitzicht van een fonoplaat meekregen) geven een imposant overzicht van de geschiedenis van de band. Voor de cd kozen ze niet om nieuwe versies van het oude repertoire op te nemen. Liever wilden ze van deze jubileumuitgave tegelijk een eerbetoon maken aan enkele illustere voorgangers, vandaar de keuze voor de vroegere opnames. Uit de uitvoerige hoesinformatie leren we dat brassbands vroeger wel commercieel belang hadden: doorheen de jaren werden de platen uitgegeven bij o.a. Regal, His Master's Voice, EMI en Decca maar die tijd is helaas voorbij. Cd 1, 'The Heritage' bevat historische opnames uit de periode 1903-1964. Deel 2 kreeg als titel 'The Vintage Contesting Years' en belicht de jaren 1967 tot 1986, toen de band werkelijk op haar hoogtepunt zat. Het derde deel ten slotte loopt van 1986 tot vandaag en heet 'Ever-Widening Horizons'.

De eerste cd, 'The Heritage', opent met de 'King Guard's March' en 'Hiawatha', opnames uit respectievelijk 1905 en 1903 met de legendarische John Gladney aan het roer. Deze opnames zijn omwille van de zwakke geluidskwaliteit enkel historisch interessant. Pas vanaf de vierde track, een opname uit 1928 van 'A Moorside Suite' van Gustav Holst is de geluidskwaliteit genietbaar. Het speelplezier van de band valt hier meteen op. Dirigent is Arthur O. Pearce die het orkest liefst 37 jaar lang leidde maar nooit een grote trofee won. Pearce dirigeert ook vijf andere bekende en korte werken als 'Deep Harmony' en 'Silver Threads Among The Gold' (met als solist een schitterende Owen Bottomley op cornet). De geluidskwaliteit is nog niet altijd je dat maar verbetert, zeker na 1959. 'The Knight Templar' is een rasechte Britse mars, opgenomen in 1964. Uit die periode zijn drie serieuzere en bloedmooie concourswerken belangrijker: 'Poet and Peasant Overture' van Von Suppé, Berlioz' 'Judges Of The Secret Court' en vooral 'Le Roi d'Ys' van Lalo waarmee de band in 1959 een historische overwinning behaalden op de Nationals.

1965 was een breekpunt voor alle brassbands. Tot dan speelde men in zogenaamde high pitch, een toonhoogte die ongeveer een kwarttoon uitstak boven de rest van de muziekwereld. Door de toonhoogte gelijk te stellen, verloor de muziek wat helderheid maar werd de sound warmer en melancholischer. Het verschil tussen high pitch en de normale toonhoogte is duidelijk hoorbaar wanneer men van de eerste cd naar de tweede overschakelt. Deze steekt van wal met 'Journey Into Freedom' van de onvermijdelijke Eric Ball. Ook 'Cleopatra', de favoriete solo van James Shepherd, mogelijk de beste cornettist ooit, werd geselecteerd in een uitvoering van deze nog levende legende zelf. Zijn opvolger Philip McCann schittert in 'Russalka's Song To The Moon' van Dvorak. Cd 2 sluit af met twee bijzondere concourswerken. Met 'Contest Music' zorgde componist Wilfred Heaton voor heel wat deining toen hij het schreef voor de Britse Nationals van 1973. Het stuk werd geweigerd en het duurde nog negen jaar vooraleer het aanvaard werd als plichtwerk voor dit concours. Intussen heet het terecht één van de meesterwerken uit het brassbandrepertoire. 'Cloudcatcher Fells' hoort in dezelfde categorie thuis en bevat mooie solo's van de al genoemde McCann en euphonium John Clough.

Zowel de twee laatstgenoemde werken als de opener op de derde cd, 'Relaxation From Salute To Youth' werden opgenomen in 1986. De breuk is onduidelijk en heeft ongetwijfeld alleen te maken met de beperkte speelduur van een cd. Black Dyke klinkt in die periode onnavolgbaar sterk, mede dankzij hun toenmalige dirigent Major Peter Parkes. Sommigen zijn ervan overtuigd dat dit hun beste periode ooit is. Nochtans waren Parkes' opvolgers niet van de minste: de jonge David King en vervolgens James Watson. Met David King nemen ze onder meer 'Diversons On A Bass Theme' van George Lloyd op, een prachtige compositie die helaas wat vergeten is maar hier opnieuw werd opgerakeld. McCann en Clough zijn intussen waardig opgevolgd door Roger Webster en Morgan Griffiths. King vertrekt in 1992 met Griffiths naar de Yorkshire Building Society en onder Watson treedt de band o.m. op in Carnegie Hall en werkt ze samen met Elton John en de doofstomme percussioniste Evelyn Glynnie. In 1995 slagen ze voor de tweede keer in wat nog geen enkele andere band kon: de drie grootste wedstrijden winnen in hetzelfde jaar. Uit deze periode kozen de samenstellers het concourswerk 'Revelation', dat het jongste decennium op zowat elk groot concours prijkte, en 'Elfried' waarin euphoniumsolist Robert Childs een ongelooflijke virtuositeit aan de dag legt. Roberts broer Nicholas neemt in 2000 het roer over van Watson en wint in 2001 de Nationals met 'Albion' van Jan Van Der Roost. Het allermooiste werk op het derde schijfje is echter Edward Gregsons 'Symphonic Rhapsody For Euphonium And Band'. Het werk is gebaseerd op een gospel straalt een enorme vreugde uit. De jonge solist David Thornton toont zich hier een waardige opvolger voor Robert Childs, die intussen dirigent is bij de Welshe Buy As You View Band.

'Jewels In The Crown' is als (opgenomen) geschiedenis van Black Dyke een prachtige release. Volledig kan zo'n overzicht natuurlijk niet zijn en niet iedereen zal de uiteindelijke samenstelling helemaal onderschrijven, vooral wat de geluidskwaliteit van de oudste opnames aangaat. Deze hebben echter hoe dan ook hun charme en nemen maar weinig plaats in. Het lijdt geen twijfel dat 'Jewels In The Crown' tot brassband cd van het jaar wordt verkozen.

Meer over Black Dyke Band


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.