Vorig jaar vierde de Black Dyke Band haar 150ste verjaardag en na de feestelijkheden met daaraan gekoppeld twee cd's, een dvd en een boek, keert de band langzaam terug naar de orde van de dag. De reeks 'Essential Dyke', een soort 'Best of' waar zowel concourswerken en solostukken als marsen en klassieke werken op te vinden zijn, is aan een zesde deel toe en het is misschien het meest bijzondere. Na de negen studio-opnames volgen hier nog zes tracks uit het slotconcert van hun jubileumjaar dat ze brachten in Huddersfield Town Hall. Hiervoor was de band, die zoals alle brassbands net geen 30 hoofden telt, uitgebreid met een hele reeks ex-leden tot een zogenaamde massed band van zeventig muzikanten. Ook werden enkele oud-dirigenten uitgenodigd om nog een keer hun band te leiden.
Ook het openingsnummer 'Viva Birkinshaw' sluit aan bij dat roemruchte verleden van Black Dyke. Deze mars, die ten onrechte bij ons minder bekend is, werd namelijk geschreven door de succesvolle dirigent William Rimmer, die zo'n eeuw geleden ook even de band leidde, als ode aan George Birkinshaw, die tussen 1879 en zijn vroege dood in 1894 cornetsolist was bij de band. De cd vervolgt met twee delen uit de Peer Gynt-suite, 'Morning Song' en 'In the Hall of the Mountain King'. Het valt op hoe mooi de bewerking voor brassband klinkt, 'Morning Song' lijkt hier iets steviger zonder het idyllische karakter te verliezen, terwijl het tweede deel indrukwekkender is dan de gewone orkestversie. De nieuwe solocornettist Richard Marshall mag in 'Charivari' zijn waarde tonen en sopraancornettist Peter Roberts is ronduit weergaloos in 'The Lord's Prayer'.'Trumpet Blues and Cantabile' en het nieuwe 'Sounds of Brass', ook de tune van het gelijknamige brassbandprogramma op de BBC, behoren tot het lichtere en feestelijke muziek in tegenstelling tot het serene karakter van 'Ashokan Farewell' en 'Jupiter' (ook bekend als 'I Vow To Thee My Country'). Het orkest weet zich moeiteloos in te leven in beide sferen.
De hoofdreden om deze cd in huis te halen, voor zover bovengenoemde klasse nog niet volstaat, is het concertfragment van de massed band. Huidig dirigent Dr. Nicholas Childs mocht nog de mars 'Queensbury' leiden maar vervolgens gaf hij het stokje door aan Dr. Roy Newsome, die de band dirigeerde van 1966 tot 1977. Na 'Blades of Toledo', waarin de tien trombones de hoofdrol opeisten, leidde hij ook de medley 'Famous British Marches'. Geoffrey Whitham, eerst euphoniumsolist en later dirigent als voorganger van Newsome, mocht 'Swedish Folk Song', met een solo voor acht euphoniums, leiden. De avond toch nog op een hoogtepunt laten eindigen kon slechts op een manier en zo gebeurde het ook: Major Peter Parkes, de grootste dirigent nog in leven, leidde Handel Parkers bloedmooie hymne 'Deep Harmony' en het prachtige 'Procession To The Minster' van Wagner. Ingaan op het palmares van deze man zou ons te ver leiden, maar de voornaamste zijn zes overwinningen in de British Open, zeven in de Britse Nationals en acht Europese titels. In de twee door hem gedirigeerde werken voel je zelfs op cd zijn aanwezigheid aan het roer. Eens te meer heeft deze 'Essential Dyke'-reeks zijn naam alle eer aangedaan. Dat het genre brass band in klassieke kringen amper bekendheid, laat staan appreciatie geniet, is een gapend gat in hun cultuur.
Meer over Black Dyke Band
Verder bij Kwadratuur
Interessante links