Op ‘Sunday Morning’ duikt de Amerikaanse pianist Bill Carrothers in de wereld van de kerkgezangen. Niet voor een nieuw pianoalbum, want daarvoor is zijn rol aan het klavier te bescheiden. Carrothers laat zich hier meer horen als arrangeur en voorziet de vaak bekende kerkmelodieën van een aankleding met piano, cello, klarinet, bas, solostem en, jawel, koor.
Wie nu meteen denkt aan gospelachtig enthousiasme moet de verwachtingen bijstellen. De protestantse muziek waaruit Carrothers put is veel bescheidener en introspectiever. Carrothers laat die muziek bovendien in haar devote eigenheid. Het gevolg is dat ‘Sunday Morning’ een plaat is die bij momenten nostalgisch klinkt, zonder louter naïef te worden, zoals de muzikale aanpak ook consequent blijft, zonder dat het resultaat saai wordt. Het evenwicht dat Carrothers zoekt en vindt tussen traditie en zijn eigen insteek is dan ook de sterkte van dit album.
Bij inzet klinken de stukken heel klassiek, zeker wanneer Carrothers de songs laat beginnen als een statig koraal. Wanneer het arrangement, zowel qua instrumentale aankleding als in de soms wringende harmonisatie, van strofe tot strofe verschilt, wordt echter duidelijk dat hij een eigen stempel wil drukken. Cello, bas en klarinet zijn daarbij vaak niet meer dan accenten, maar met nu eens elegant klinkende partijen, dan weer meer abstract spokende geluiden, worden die accenten een essentieel onderdeel van het geluid.
Al even belangrijk is solovocaliste Peg Carrothers die klinkt als de vermoorde onschuld en zingt als een de stersoliste van een lokale kerkgemeenschap: ongedwongen en met een natuurlijke schittering, zeker wanneer ze boven de koorpartijen een oorverblindende discant plaatst, alsof ze recht uit de middernachtmis geplukt werd.
Wanneer Carrothers het pad van de gemeenschapszang verlaat, doet hij dat omzichtig. Zo kunnen ‘Just a Closer Walk with Thee’ (rustig struinend, als om de titel te illustreren) en ‘The Lord’s Prayer’ ongegeneerd jazzy elementen krijgen zonder dat die de muziek schreeuwerig bijkleuren. Zelfs de ballad-achtige aanpak van dit laatste stuk past perfect dankzij de metrische vrijheid. Dat uitgerekend in deze setting de muziek wat meer open komt, kan op het eerste zicht opmerkelijk zijn, al is het dan waarschijnlijk geen toeval dat dit net gebeurt bij het slot: “For Thine is the kingdom, And the power, and the glory”, opnieuw een voorbeeld van bescheiden maar efficiënte tekstexpressie?
De meest beklijvende tracks op de cd zijn echter diegene waarin Carrothers resoluut kiest voor een surrealistisch, mystieke aanpak. Fragiel, soms fonkelend, dan weer beneveld klinken ‘Jesus Loves Me’, ‘Watchman, Tell Us of the Night’ en ‘Just as I am, Without One Plea’ vanaf de eerste noot anders. Hier gebruikt Carrothers geregeld meerdere toonaarden tegelijkertijd, met een onwezenlijk Charles Ives-achtig geluid tot gevolg. Toch resulteert deze polytonaliteit niet zozeer in harde dissonanten, wel in een dromerige verwondering, waardoor alles blijft passen in het geheel van het album.
Iets minder fascinerend klinken de twee instrumentale tracks, waar Carrothers vooral zijn gevoelige speelstijl laat horen, maar voor het overgrote deel klinkt ‘Sunday Morning’ als een heerlijke brok romantisch jeugdsentiment, verlangend naar een tijd toen het leven harder, maar ook duidelijker was. Misschien toch eens gaan kijken wat er zondagmorgen in de parochie te doen is…