Bill Callahan werkt al 19 jaar en 12 albums lang aan een indrukwekkende carrière in de schaduw van de sferische en soms zelfs lichtjes depressieve popmuziek voortbrengende bands en muzikanten als Lambchop, Tindersticks of Bon Iver die de draad oppikken waar Nick Drake hem sinds zijn tragisch overlijden liet liggen. Eerst verscheen Callahan's werk onder het pseudoniem Smog of (smog) maar sinds 2007 doet hij het gewoon onder zijn eigen naam. Niet dat er veel veranderd is sinds dan, want ook onder zijn eigen naam stuurt hij nog steeds de perfecte treurwilgmuziek de wereld in die getormenteerde romantici telkens opnieuw doen wegdromen en alle overige liefhebbers van de betere underground popmuziek trouwens ook.
Op dit dertiende album lijkt het er weer sterk op dat de sfeer bespeeld wordt alsof het een extra instrument betreft. Niet enkel Bill Callahan's kenmerkende stemtimbre (wie kan deze stem trouwens nog onderscheiden van die van Lambchop's Kurt Wagner?) doet hierbij de spreekwoordelijke duit in het zakje, ieder welgemikt tikje op een pianotoets, zachte strijk over de vioolsnaren of korte ademstoot in de trompet geven zijn songs de diepgang en omkadering die ze verdienen. Op één instrumentaal sfeerstukje na (het duistere, van een vervormde vrouwenstem en krekelgeluiden voorziene 'Invocation Of Ratiocination'), zijn op dit album acht traag voortkabbelende maar o zo prachtige meesterwerkjes beland. Slechts enkele malen wordt het tempo iets opgevoerd: 'Eid Ma Clack Shaw' en 'My Friend' zijn zo ongewild de snelheidsduivels in een voor het overige sereen voorbijkabbelend muzikaal landschap. Een landschap waar het dus goed toeven is voor mensen die hun muziek graag traag, instrumenteel onderbouwd en dus met de gepaste vleugjes strijkers en blazers hebben. Opvallend tijdens het nummer 'The Wind And The Dove' is het extra Arabisch tintje dat het meekrijgt door de inbreng van typische fluitklanken, alsof Ali Baba en de veertig rovers elk moment kunnen opduiken. Maar verder klinkt Bill Callahan zoals hij al jaren klinkt: met een stem die geen grote hoogtes haalt qua bereik, maar als geen ander weet te boeien. Reken daar nog de prachtige kleine verhaaltjes bij (tijdens bv 'Too Many Birds') en er ontstaat een album dat als geen ander binnen de kortste keren onder iemands veren kruipt. Tijdens het bijna tien minuten durende maar nergens langdradige sluitstuk 'Faith/Void' laat hij bovendien duidelijk merken dat hij het geloof voor bekeken houd, "It's time to put God away" prevelt hij keer op keer. Dat is geen enkel probleem, zolang hij zijn muzikale carrière maar niet opgeeft...
De reeds aangehaalde schaduw die geestesgenoten als Kurt Wagner (Lamchop) of Stuart A. Staples (Tindersticks) qua succes over Bill Callahan werpen, doen vermoeden dat het bij hem allemaal net iets minder is. Niets is echter minder waar. Liefhebbers van deze aangehaalde vocalisten en bijhorende groepen kunnen met een gerust hart dit album aanschaffen en ontdekken wie misschien wel als opper-treurwilg mag beschouwd worden. Als het dan de eerste aanschaf van zijn oeuvre is, loont het zeker de moeite om ook al zijn voorgaande prachtwerken te ontdekken. Een schatkamer vol popparels ligt zo binnen handbereik.
Meer over Bill Callahan
Verder bij Kwadratuur
Interessante links