In 2007 nam Bert Joris zijn alom bejubelde album 'Magone' op bij het Franse label Dreyfus. Dat leek hem na al die jaren eindelijk de kans te geven om internationaal door te breken, want ondanks zijn warme, originele sound was de trompettist voornamelijk een Vlaamse aangelegenheid gebleven. Tot op vandaag blijft Joris met zijn kwartet in de eerste plaats grote en kleine Belgische podia aandoen, maar daar ligt de man allicht niet wakker van. Zijn laatste album, 'Only for the Honest', werd dan ook opgenomen bij het kersverse en piepkleine label 52creations van drummer Dré Pallemaerts. Bescheidener opgezet kan een plaat met vers materiaal moeilijk zijn, maar daar heeft het resultaat gelukkig niet onder te lijden. 'Only for the Honest' is immers een zeer oprechte plaat waarvoor Joris alweer een aantal heerlijke thema's bij elkaar schreef.
Het oudere materiaal verschilt niet ingrijpend van wat Joris aan nieuw werk bij elkaar pende. 'Sundown' en 'All over Me' werden door de trompettist zelf vorig jaar nog gearrangeerd ter gelegenheid van zijn samenwerking met het Brussels Jazz Orchestra en het zijn twee pareltjes die de plaat 'Signs & Signatures' sieren. De nieuwe cd is duidelijk opgevat als een uiterst consistente jamsessie, waar voorganger 'Magone' net iets meer afwisseling te bieden had. 'Only for the Honest' moet het kortom stellen zonder het soulvolle 'Mr. Dodo' of het catchy titelnummer 'Magone', maar gezien daar een grotere samenhang voor in de plaats komt is dat geen slechte zaak. Idiomatisch is er overigens weinig veranderd. Nog steeds zorgt toetsenist Dado Moroni met McCoy Tyner-achtige begeleidingen voor een zeer compacte sound, waar dikwijls geen speld tussen te krijgen valt. Joris laat zich graag triggeren door deze waterdichte voicings, waardoor de improvisaties nooit stilvallen en constant een jazzy puls aanwezig blijft. Wanneer Moroni naar het laagste register duikt om daar dan weer octaven bovenop te plaatsen, stijgt de temperatuur tot boven het kookpunt en schakelt het kwartet door naar de hoogst mogelijke intensiteit. Drummer Dré Pallemaerts en bassist Philippe Aerts laten de muziek bovendien nergens wegglijden, maar blijven bij de pinken. Pallemaerts vooral vanuit de achtergrond, met opwindende, zachte partijen, Aerts breeduit tokkelend met hier en daar een heerlijke solo. Joris wisselt overigens nog steeds trompet af met bugel, waardoor het klankenspectrum als vanzelf verbreed wordt. Pianist Dado Moroni durft eveneens naar de Fender Rhodes glippen, zoals in het openingsnummer 'Spaces', met een swingende solo en een lichtere sound tot gevolg.
Net als op 'Magone' is melodisch denken voor dit kwartet nog steeds een basisprincipe. Anders dan op de voorganger zijn echter niet alle nummers van deze plaat van topniveau. Hoewel sympathiek qua thema, mist 'Between Hope and Despair' bijvoorbeeld een extra toets magie. Die is wel aanwezig in 'Brother Alfred', niet toevallig opgedragen aan Moroni's icoon McCoy Tyner en pianistiek vormgegeven vanuit een bevlogenheid die 's mans held typeert. In het vermoeid klinkende 'All Over Me' voelt men dan weer Joris' grote vertrouwdheid met dit thema en zijn liefde voor de prachtige melodie, wat een schitterende, ongedwongen solo oplevert. 'Flavio's Circle' doet het kwartet even later gretig teruggrijpen naar de jazzgeschiedenis van voor de jaren '60, met opgewekt en lichtvoetig soleerwerk van Moroni in topvorm. Afsluiter 'Sundown' is een laatste grote hoogtepunt, alleen al door zijn thema dat vanaf een eerste luisterbeurt reeds blijft hangen. Moroni maakt de cirkel rond door opnieuw plaats te nemen achter de Fender Rhodes, waardoor het nummer een ietwat zweverige, charmante dimensie krijgt.
Het Bert Joris Quartet wil zijn sound niet heruitvinden, maar vooral musiceren vanuit een grote eerlijkheid. Dat 'Only for the Honest', een plaat die zijn titel niet gestolen heeft, niet ingrijpend verschilt van wat 'Magone' over het geheel bezien te bieden had, is daar een logische consequentie van. Bert Joris-fans mogen zich dus weer in de handen wrijven, want hoewel de voorganger niet overtroffen wordt, is dit alweer een steengoede album; jazz om de harten aan te warmen met een barre winter in het vooruitzicht.