Een vliegende start is geen overdreven omschrijving voor de eerste jaren van de Britse folkband Bellowhead. Opgericht in 2004 kreeg de groep reeds het volgende jaar de prijs voor de beste live band tijdens de BBC Folk Awards. ‘Bellowhead’ is de derde volwaardige cd van de groep en laat weer horen dat “folk” een gepast, maar ook wat nauw etiket is. De groep mag dan hoofdzakelijke traditionele folksongs brengen, de manier waarop ze die onderhanden nemen gaat veel verder.
Met een driekoppige kopersectie, sax, strijkers (in maximale bezetting een kwartet) hobo, concertina en gitaar, bouzouki, banjo en dies meer heeft de groep een rijk arsenaal aan mogelijkheden om uit te putten voor de arrangementen. Ze kijken dan ook niet op een laagje of een muzikale bocht meer of minder. Bij momenten is de muziek op ‘Hedonism’ dan ook al even barok als de cover. Hier en daar had het best wat minder gemogen, al was het maar omdat details en lijntjes al eens durven verloren lopen in de muzikale rijkdom, dan wel overdaad. Echt problematisch is dit echter niet te noemen: de songs en instrumentale stukken blijven soepel en beklijvend.
De rijkdom van Bellowheads geluid is een gevolg van de combinatie van de gevarieerde bezetting met de ambitieuze uitwerking van de muziek. De groep transformeert in een handomdraai van een folkband naar een halve funkgroep. Bigbandjazz (‘Cold Blows the Wind’) contrasteert met filmische grootsheid en de fijnzinnige kamermuziek van de pizzicatostrijkers. Meer dan een zweem punkrock wordt geïnjecteerd in ‘Little Sally Racket’ en in ‘Broomfield Hill’ krijgt de muziek symfonische allures. De reserves die de meeste goes classic projecten oproepen en verdienen, mogen hier echter achterwege blijven. De muzikanten weten het geheel coherent te houden zonder te besparen op dramatische sfeerveranderingen. Ook de arty ambities van de groep blijven hier mooi binnen de perken, wanneer naar het einde toe de orkestratie terugschakelt en de muziek de grenzen van de consonantie en de tonaliteit aftast en overschrijdt. Deze evenwichtsoefening wordt ook in andere nummers met succes gerealiseerd, wat aantoont dat het om meer dan een toevalstreffer gaat.
Het nummer dat het meest binnen het klassieke folkidioom blijft hangen is het tollende ‘Parson’s Farewell’, opmerkelijk genoeg een originele compositie van violist Sam Sweeney en een van de twee stukken die net geen traditional zijn. Het andere is Jacques Brels ‘Amsterdam’ dat in de rijkere setting van Bellowhead niet het zwierige, noch de emotionele impact krijgt van de originele versie.
Daartegenover staan opener ‘New York Girls’ en afsluiter ‘Yarmouth Town’ die na een eerste luistersessie nog uren in het oor en het hoofd van de luisteraar blijven ronddraaien. De eerste song is overigens ook te vinden op de live dvd die als bonus bij de cd gevoegd is. Vijf stukken, genomen uit de uitgebreidere en apart verkrijgbare dvd ‘Hedonism Live’ laten horen en zien dat de groep de muzikale verwachtingen ook op het podium kan realiseren. De explosieve sfeer krijgt de kijker-luisteraar er daar gratis bij.