De Barb Wire Dolls houden geen blad voor de mond. Punk is helemaal nog niet dood in de ogen van deze rockmonsters, die hun bandnaam hebben ontleend uit een combinatie van een Pamela-Andersonfilm en de gefreakte Engelse punkband Toy Dolls. Het trio spuwt een muzikale cocktail uit van power, humor en obsceniteiten. Bard Wire Dolls, ooit ontstaan in Griekenland maar al ettelijke tijd geëmigreerd naar Los Angeles, gaat voor authentieke Amerikaanse punk uit de jaren ’70, de hoogdagen van CBGB’s met legendes als Patti Smith, Debbie Harry en The Ramones. Voor die queeste hebben ze met de blonde seksbom Isis Queen een frontlady van formaat, die het mee mogelijk maakte om op twee dagen tijd met de fabuleuze producer Steve Albini (Nirvana, Stooges) een eerste volwaardige plaat op te nemen.
Een hoesfoto in kikkerperspectief waarbij Queen een micro tussen haar benen steekt, het spreekt voor zich. Er wordt volop gedweept met revolutie en escapisme en dat past perfect bij de attitude van dit gezelschap. Barb Wire Dolls gaat voor regelrechte punk. Strakke vierkwart patronen met voluit scherende gitaren en zwaar gefolterde drums vormen een constante basis. Stoere riffs – afgedempt in strofen en voluit klinkend in refreinen – zorgen voor een sterk melodieus karakter. Maar het gezelschap bezit ook het nodige lef om in een song als ‘Your Escape’ een boel bruggen en structuurwijzigingen te voorzien, zowel betreffende tempo als melodie. Let gerust ook op details als het hikkend, hoog gitaartje dat een extra ritmische drive geeft aan ‘Destroyer Boy’.
Het meest kenmerkend is natuurlijk het vocaal gekweel van Isis Queen. In opener ‘Revolution’ schuurt ze tot haar longen los komen en spuwt ze haar gal over mens en maatschappij. Vervolgens bezingt ze met verraderlijke liefde en zachtmoedigheid wat zal gebeuren als alle onrecht weggevaagd is. ‘Devil’s Full Moon’ vangt aan als een melodieuze rocksong om te eindigen met krijsende tirades en in opvolger ‘World on Fire’ speelt Queen met een warm trillende vocale diepgang die enigszins aan Patty Smith doet denken.
Welke grillen ze met haar stem ook uithaalt, de vos verliest in geen geval haar streken. Teksten bulken van het venijn, politieke aversie en haat tegenover de middle class. Maar dat klinkt wel allemaal heel doordacht en oprecht: deze plaat houdt zich afzijdig van puberale uitspattingen en middenvinger-uitlatingen. In combinatie met een goed uitgewerkte instrumentale omkadering met fijne afwisseling en weinig rechttoe rechtaan geraas, zorgt dat voor een uiterst sterk en efficiënt debuut. Dat is zeker een grote verdienste voor een band die alles doet om vooral zijn befaamde livereputatie hoog te houden.