Voorbije winter werd de primeur aangekondigd van de twee Nederlandse ambient goeroes Michel Banabila en Rutger Zuydervelt. Van een opmerkelijke kruisbestuiving tussen uiteenlopende artiesten kon echter niet gesproken worden: dit duo opereert al jaar en dag op gelijkaardig muzikaal terrein, met een prominente voorliefde voor het verfijnde luistermateriaal. Afgezien van de verstoorde ruisfragmenten, die vermoedelijk van de hand van Machinefabriek komen, laat het aandeel van beide individuen zich dan ook moeilijk onderscheiden. Het zorgt er niettemin voor dat de ideeën – van een stijl die in se al erg persoonlijk is – vanuit twee perspectieven worden afgewogen en de juiste nuances meekrijgen.
De nummers schommelen tussen natuurlijke en mechanische sferen waarin elk slot vlotjes uitvloeit in het begin van een nieuw verhaal. Een korte drone passage waarin kleurrijke tonen harmoniëren met field recordings brengt de luisteraar in de stemming voor een meditatief tripje. Die kan in ‘Slow Wave I’ genieten van een vredig landschap aan geluidsgolven waarboven knisperende tikjes en fluitende bliepjes voor accenten zorgen. Het duo frutselt met texturen, laat klanken ademen via echo’s en fluistert rustgevende melodietjes in. Over dit volume worden halverwege spichtige klikjes gekaatst die bij elke bots verder lijken te vervormen. Hieruit vloeit een ritmisch spel voort van hoogwaardig auditief materiaal dat voortreffelijk aanhoort. In de tweede uitvoering van dit nummer, dat later in het album opduikt, bezeilen de Nederlanders een ietwat andere omgeving. Veldopnames van vibrerende vogelzanggeluiden simuleren een levendiger biotoop waarin talrijke organismes voorkomen.
Te midden van deze aardse voorstellingen zit de prachtige space track ‘Dead Air’ verschanst, die een negental minuten in beslag neemt. Na een bedrieglijk kalme intro barst de boel open in een bedrukkende chaos van ruis en pieptonen. De luisteraar baant zich een weg door deze atmosferische turbulenties en bereikt, na een kort maar uitputtend interval, tenslotte de rustgevende gewichtloosheid van de ruimte. In de muziek vertaalt zich dit in zalvende melodieuze tonen die met een bepaalde baansnelheid rond de luisteraar cirkelen. Dit astronomische perpetuum mobile mijdt de platgereden enormiteit van haar collega’s door met tere klanken te werk te gaan.
Vorige uitgebreide stukken worden systematisch afgewisseld met korte maar gemoedelijke sfeermakers die het luistergemak bevorderen. Mits een tikkeltje volharding van de aanhoorder tijdens de schrille distortion effecten van ‘Bad Wiring’ kan dit debuut quasi doorgaan als een ontvankelijk werk voor een breed publiek. Wie dit schijfje in handen krijgt, zal er zich immers onverwijld mee verbinden.