Oprecht geloof of een uit de hand gelopen grap, dat is nooit helemaal duidelijk bij dit soort van projecten. De oer-punkrockband Bad Religion – nog steeds een toonbeeld voor melodieuze vlotheid – is in zijn meer dan dertig jarige bestaan eerder spaarzaam geweest met covers. Vandaar dat een plaat als ‘Christmas Songs’ vol kitsch en gladde interpretaties nogal vreemd overkomt.
Wat tegenspreekt: het klinkt er gemakkelijk en commercieel om nummers als ‘Little Drummer Boy’ in tempo te verdubbelen, er die voor Bad Religion typerende meerstemmigheid bij te plaatsen en op die manier kerstmis te bejubelen. Het is overigens heel erg bizar dat een band met de antikerkelijke naam Bad Religion plotseling gaat uitpakken met religieuze liedjes vol engelen en Jezusfiguren.
Wat voor spreekt: het gezelschap heeft zich gedurende zestien platen een erg aanstekelijke sound aangemeten die elk nummer kan verheffen tot een geheel nieuwe belevenis. Daarbij gelden het vingervlug melodieus gitaarwerk van Brett Gurewitz, de opgeklopte drumpartijen van Jay Ziskrout en vooral ook de nog steeds warme jongenszang van frontman Greg Gaffin -in de refreinen meerstemmig versterkt- natuurlijk als vaste troeven. Maar er is nog wel wat meer dan gelaagde harmonieën en zangfrasen die de vergelijking met een kerkkoor kunnen weerstaan.
Opener ‘Hark, the Herald Angel’s Sing’ begint met een glorieus stukje acapellazang. Het contrast met punkrock kan niet groter zijn, wat na dertig seconden in de verf wordt gezet wanneer Gurewitz op gitaar komt inscheuren. Engelen die een sneltrein nemen. Humor blijft aanwezig in drie akkoordensongs als ‘O Come, O Come Emmanuel’ of in het alom gekende ‘White Christmas’, dat opent met de riff van een andere klassieker: ‘I Wanna Be Sedated’ van The Ramones. Verder houdt het gezelschap het heerlijk strak, kort en kordaat, haast traditioneel.
De fan krijgt naast acht regelrechte kerstboomklassiekers ook een herinterpretatie van ‘American Jesus’ uit de twintig jaar oude plaat ‘Recipe for Hate’: een alternatieve mix van Grammy-winnend producer Andy Wallace waarbij drums wat steviger in het gareel zitten en ook tegen de vierkwartsmaat in durven meppen.
Is er dan sprake van finesse? Helemaal niet, het gaat hier daadwerkelijk om een gimmick, dat geeft de band – die sowieso niet voor een extra grap terugdeinst – grif toe. De gevestigde oude rotten wilden eens wat anders doen. Ze kunnen er in elk geval mee weg. Het vertrouwde Bad Religion gevoel blijft zelfs in deze korte plaat overeind. Voor de ene zal dat smaken naar gevulde kalkoen, voor de ander naar reeds eerder verteerde kalkoen.