Jong is een relatief begrip binnen de jazz. Met uitzondering van de natuurtalenten groeien musici pas langzaam naar hun beste vorm toe waardoor zelfs dertigers af en toe nog beschouwd worden als opkomend talent. Een debuutplaat opnemen op je tweeëntwintigste, die musici als Jason Moran en Zeena Parkins verleidt tot lovende uitspraken is daarom vrij uniek. Toch is August Rosenbaum er met ‘Beholder’ in geslaagd hen deze woorden te ontlokken, wat hem alvast een handig promotiemiddeltje oplevert.
Het is de luisteraar echter vooral te doen om de muzikale garanties. Daarvoor heeft de Deense pianist dan weer een andere troef voorhanden. Rosenbaum heeft zich voor zijn debuut namelijk laten omringen door een bende huurlingen met een indrukwekkende staat van dienst. Jakob Bro is tegenwoordig de vaste gitarist van het Tomasz Stanko Quintet en ook Paul Motian nam hem al onder zijn vleugels voor het album ‘Garden of Eden’ (ECM, 2006). Het kwartet wordt vervolledigd door twee Amerikaanse jonge wolven, de indrukwekkende en alomtegenwoordige bassist Thomas Morgan en drummer Dan Weiss, een duo dat jarenlang de ritmetandem vormde van saxofonist David Binney.
Het uitkiezen van de juiste musici is al een eerste stap in de goeie richting maar dan moet de muziek nog komen. Binnen deze bezetting die in principe als een brede ritmesectie kan fungeren is ritme meer dan eens de grote afwezige. Rosenbaum kiest in vele gevallen voor een rubato-uitvoering waarbij de melodie het verloop in de lengte bepaalt. De samenklank van zijn piano met de in reverb gedrenkte gitaar van Jakob Bro zorgt daarbij voor ijle taferelen, min of meer typerend voor hedendaagse Scandinavische jazz. Traag, slepend en diffuus zijn dan ook de sleutelwoorden van de melodieuze aanpak van het kwartet in ‘Absentia’ en de titeltrack.
Wanneer op een zeldzame keer ritme toch een rol gaat spelen, dan is dat op de meest fundamentele wijze zoals het eenvoudige snare- en basdrumwerk van ‘Heinseit’. Maar ook dan nog staat alles in dienst van de zich uitgebreid ontwikkelende melodie waarmee Rosenbaum iedereen op sleeptouw neemt. In ‘Way Out’ is duidelijk te horen dat hij en niemand anders de keuzes maakt, wat Dan Weiss af en toe degradeert tot volger. Ook in de lange en simpelweg vervelende improvisatiemomenten van ‘Delicate Matter’ lijkt er zelden een groep aan het werk. Bro lijkt ergens in een hoekje te freaken onder impuls van een weinig opvallende Morgan en Weiss terwijl Rosenbaum blijft volharden in trage en dramatische partijen.
Afsluiter ‘Shoyn Fargessen’ redt de meubelen nog enigszins. Rosenbaum gaat hier solo en ontpopt zich zowaar tot een bescheiden Jaki Byard, die hele geschiedenis van de jazzpiano in een sympathieke compositie wringt, maar dan op zijn eigen ingetogen manier. Dit stuk toont voor het eerst het zuivere talent van deze Deense pianist, die duidelijk nog niet op dezelfde lijn stond met zijn collega-muzikanten toen de opnames van ‘Beholder’ begonnen.
Het lijkt wel alsof dit debuut koste wat kost tot stand moest komen tijdens de korte periode waarop Rosenbaum in New York resideerde in 2009. Zo werden kosten noch moeite gespaard voor de uitgave van dit album, dat werkelijk een prachtig design heeft. De plaat is ook slim en erg uitgebreid gepromoot maar jammer genoeg prikkelt het muzikale nooit echt dieper dan de oppervlakte.
Meer over August Rosenbaum
Verder bij Kwadratuur
Interessante links