De heren van de Noorse formatie Audrey Horne zien het op hun debuutplaat meteen groots: opnames in L.A. (mét topproducer), een wereldwijde release, een tournee met Audioslave, een groepsnaam geleend uit een karakter van David Lynchs 'Twin Peaks' en een titel geplukt uit de man zijn 'Mulholland Drive'. De hemelse metalrock die dit zestal presenteert is dan ook klaargestoomd om grote podia te beroeren. Met een verleden in metalen statements als Enslaved, Gorgoroth of Sahg zijn de heren duidelijk niet aan hun proefstuk toe. Drie jaar sleutelen aan een stevige live reputatie (vooral in eigen land) heeft dit zestal geen windeieren gelegd.
Opener 'Dead' beukt er meteen stevig op los. Stevig hakkend gitaarwerk zal het publiek alvast energiek op en neer doen springen. Met veel melodieuze partijen en een loodzware bas dringt een muur van geluid zich op. Smijt daarover door mekaar geregen, zwevende zangpartijen die de tijden van Alice In Chains terug in herinnering oproepen en Audrey Horne staat duidelijk garant voor een stevige dosis rockgeweld. Dankzij de samenwerking met topproducer Joe Baressi (QOTSA, Foo Fighters, Tool, Monster Magnet) wordt meteen duidelijk in welk watertje deze Noren ploeteren. Het mooi uitgebalanceerde metaalwerk van deze plaat zet toch de ruwe accentjes van deze muziek prima in de verf. Zalvende synthesizerpassages die het geheel nog meer overdonderend maken, laat producer Baressi nooit op de voorgrond treden waardoor dit schijfje de kans niet krijgt om pathetisch te worden. Zo blijft 'No Hay Banda' elf nummers lang fris, enigszins ruw maar zeker erg opzwepend. Toegegeven, de powermetal partijen die opwippende bassen combineren met zalvend gitaarwerk zijn niet geheel nieuw en ruiken een beetje naar een commercieel uitgekiende, voorspelbare beweging. Ook de zangpartijen lijken in het verleden al door andere groepen te zijn benut, maar zowel de subtiliteit als de kracht van de groep houdt de cd mooi gebald. Zo komen gesproken lijnen in 'Candystore' over alsof het om een sample gaat, terwijl het wel degelijk de (wederom prima gemixte) zang van de charismatische Toschie betreft die prima ingebed ligt in het gitaargeweld. Doordat bij momenten deze gitaren beginnen te vliegen in plaats van te beuken, houdt Audrey Horne de spanning erin. Een (weinig verrassende) afwisseling tussen ingetogen passages en meer overrompelende climaxen met een wall of sound van zang en gitaar houden de plaat levendig. Enkel een loom en contradictorisch loodzwaar nummer als 'Weightless' brengt het tempo wat naar beneden en versombert iets te sterk dit verder erg energieke geweld. Afsluiter 'The Sweet Taste of Revenge' bouwt met zijn zwaar rollende basdrums echter weer dat ijzersterke karakter op. Een lang uitglijdende, bezwerende gitaarpartij met ingebouwd solowerk laten die plaatje langzaam uitdoven waardoor de stilte, na een kleine drie kwartier stevig getier, als een heuse verademing overkomt.
Groepen als Audrey Horne houden de alternatieve rockscène in beweging. Mits de goede promotiemachine (en die lijkt al prima te draaien) duurt het niet lang meer vooraleer deze Noren werkelijk de grote massa in beweging zetten. Als het van 'No Hay Banda' afhangt mocht deze groep alvast nu de festivalpodia afschuimen: prima schijfje.
Meer over Audrey Horne
Verder bij Kwadratuur
Interessante links