In oktober 2006 werd het eerste Piazzolla-album 'Tiempo del Angel' van het Belgische ensemble Astoria door La Salida, een groot Frans tijdschrift voor tango, bekroond met de 'Coup de Coeur'-prijs. Voortbordurend op dit succes werd hun tweede album op 3 augustus 2007 opgenomen tijdens een live-uitvoering voor het festival Midis-Minimes in het Koninklijk Conservatorium van Brussel. De bezetting van dit ensemble, opgericht door accordeonist Christophe Delporte, varieert van het basiskwartet tot een octet. Alle muzikanten genoten een klassieke opleiding, wat duidelijk een invloed heeft op hun benadering van Piazzolla's muziek. Zij streven namelijk naar een hoog muzikaal niveau en instrumentale virtuositeit, zonder daarbij de specifieke ritmische en melodische eigenschappen van Piazzolla's composities uit het oog te verliezen.
De muzikale talenten van dit ensemble blijken eerst en vooral uit de flexibiliteit waarmee de uiteenlopende emoties van deze muziek tot uiting worden gebracht. De ene keer weerklinken zwierige passages, zoals in het krachtige openingsnummer 'Michelangelo 70', dan weer melancholische en adembenemende melodieën. Zo worden in 'Regreso al Amor' de ietwat lieflijke melodieën in de strijkers vloeiend afgewisseld met meer passionele fragmenten. De muzikanten voelen elkaar hierbij duidelijk zeer goed aan, wat bijdraagt tot een evenwichtig samenspel. In het pakkende 'Tristeza de un doble A' vloeien de verschillende partijen van de instrumenten moeiteloos in elkaar over, waarna het ensemble ook probleemloos een versnelling inzet. De glissando-effecten in de violen – typisch voor de muziek van Piazzolla – geven dit melancholische nummer tegelijk een speelser karakter mee.
Astoria neemt Piazzolla's composities nooit zomaar over. Hiervan getuigen de originele arrangementen van een aantal klassiekers zoals 'Oblivion'. Een verrassende, maar wel geslaagde interpretatie is deze van 'Libertango', die in de handen van het Astoria-ensemble zeer speels en levendig klinkt. De enige minpunten aan deze vertolking zijn de plotse dynamische contrasten tussen piano en forte, waardoor het nummer wat plat wordt. De percussie, gespeeld door Santo Scinta, voegt een extra dimensie toe aan Piazzola's muziek. Een duidelijk voorbeeld hiervan is te horen in 'Primavera Porteña', waar de percussieve accenten zorgen voor een nieuw geluid binnen de tango. De muzikanten krijgen in dit nummer ook de nodige plaats om hun virtuositeit tentoon te spreiden, zonder dat dit evenwel te overdadig wordt. Deze zuiverheid van spel maakt dan ook de kracht uit van dit ensemble. Geen enkel nummer klinkt zwaar of bombastisch – iets wat bij interpretaties van Piazzolla's muziek vaak wel het geval is – doordat ze vrij zijn van overbodige versieringen en franjes. Zoals Piazzolla in het midden van de vorige eeuw de tango opnieuw deed swingen met zijn 'tango nuevo', zo brengt Astoria met deze cd een zeer originele en luchtige interpretatie van een aantal meesterwerken van de vernieuwer van dit genre.
Meer over Astoria
Verder bij Kwadratuur
Interessante links