Aan symboliek geen gebrek bij het Napolitaanse improvtrio Aspec(t): de cover van het album ‘El Obsceno Pájaro de la Noche’ flirt met die van het legendarische album ‘Machine Gun’ van het Peter Brötzmann Octet uit 1968 en de titel wordt gedeeld met het twee jaar later verschenen boek van de Chileense schrijver José Donoso. Jammer genoeg resulteren deze ambitieuze knipogen niet steeds in even gewaagde muziek.
Het trio maakt het zichzelf daarvoor iets te gemakkelijk door voluit te kiezen voor een ruw geluid. De elektronica van SEC_ is grofkorrelig opgebouwd uit klonters en blubbers, Maurizio Argenziano hanteert zijn elektrische gitaar als noisegenerator en Mario Gabola’s tenorsax beperkt zich hoofdzakelijk tot janken. Op zich materiaal genoeg voor een leuke improvplaat, op voorwaarde dat er communicatie is tussen de verschillende muzikanten, maar net dat aspect is vaak afwezig.
Het meest valt dit op bij de eerste track: ‘l’Osceno Uccello Della Notte’. De schuurpapieren grofheid van de band vertoont weinig samenhang en er is geen muzikale doorvoer te merken. Alle drie de muzikanten klinken alsof ze hun eigen gangetje gaan zonder zich te bekommeren om wat de anderen doen. Het gevolg zijn decibels zonder adrenaline of verrassingen, waardoor de luisteraar niet gedwongen wordt tot luisteren. Minder erg is het in ‘M2HB’ waar de drie samen kiezen voor verbrokkelde ideeën en naar het einde toe zelfs even gezamenlijk opbouwen. Het gaat echter iets te moeizaam, waardoor alle opwinding in de kiem gesmoord wordt.
Gelukkig staan er ook betere nummers op de cd (samen zo’n twaalf minuten van de drieëndertig die het schijfje als geheel duurt). Opvallend is dat er hier steeds een zekere regelmaat aanwezig is. In ‘Il Segno Rosso del Corragio’ wordt deze houvast gecreëerd door het industrieel aandoend slagritme en de herhaalde, stijgende uithaal van de tenorsax. Nu vindt de groep een duidelijke marsrichting die ook volgehouden wordt: later in de track komen (verwijzingen naar) vroegere ideeën terug. Het cement dat elders ontbreekt hebben de muzikanten hier wel gevonden.
Afsluiter ‘M2HBB’ ligt ook in deze lijn en haal het beste in het trio naar boven. Opnieuw zijn er een min of meer repetitief ritme – dat nu als een tank door de muziek rijdt – en een herhalende sax. Gemakkelijk wordt het echter niet, want Gabola moet vechten voor zijn leven in de terreur van gitaar en elektronica. De schermutselingen breiden zich later uit naar het hele trio, waardoor de actoren plots met elkaar in gevecht zijn. De energie de doorgaans ontbreekt, is er nu in overvloed en zuigt de luisteraar mee in de muziek. Tegen het einde ontstaat er zelfs een heuse maalstroom van geluid, nerveus als collage van flitsende tv-beelden.
Aspec(t) heeft er goed aan gedaan deze track als laatste te plaatsen. Zo haalt de luisteraar de cd met een opgewekte grijns uit de speler. Of dat echter genoeg zal zijn om de zwakke momenten te vergeten valt te betwijfelen. Zeker met een korte cd als deze.
Meer over Aspec(t)
Verder bij Kwadratuur
Interessante links