Arvo Pärt wordt als één van de meest vooraanstaande componisten van deze eeuw beschouwd. Zijn muziek straalt sereniteit uit, maakt combinaties van gregoriaanse stijl met hedendaagse elementen en is steeds sober en ingetogen. Deze plaat bevat twee, niet al te lange recente werken voor verschillende bezetting: eerst Pärts Da Pacem Domine voor vokaal kwartet, vervolgens het Lamentate, een werk voor orkest en pianosolo.
Da Pacem Domine is gebaseerd op Gregoriaanse muziek: lange melismen, strakke tonen die zonder vibrato moeten worden uitgevoerd. Door het breed uitspreiden van de tekst is deze nog nauwelijks verstaanbaar; het stuk roept dan ook eerder sfeer op door middel van een klanktapijt dat steeds vooruit blijft gaan. Typisch voor een vocaal werk van Arvo Pärt is ook het verdelen van de tekst. Eén stem zingt de hele tekst waarop de andere hier en daar een interventie hebben en slechts één lettergreep meezingen. Hierdoor krijgt men het effect van het 'belichten' van bepaalde woorddelen. Heel lang duurt het stuk niet (een kleine zes minuten), maar dat is net lang genoeg om de sfeer volledig te maken zonder dat er in herhaling wordt gevallen. Dit is ook te danken aan het Hilliard Ensemble die de lijn er goed weet in te houden en de rust kan bewaren die het werk uitstraalt. Af en toe klinkt de sopraanpartij iets te laag, maar over het algemeen vormen hun stemmen een mooi homogeen geheel.
Pärt schreef zijn Lamentate naar aanleiding van zijn bezoek aan het Tate Modern in Londen, waar de artiest Anish Kapoor zijn beeldhouwwerk 'Marsyas' ten toon stelde. Dit werk is reusachtig en bestaat uit drie hoorns die met elkaar verbonden zijn en een hele zaal vullen. Pärt was hiervan onder de indruk en interpreteerde het werk als een nieuwe conceptie van tijd en tijdruimtes. Hierin vond hij zijn inspiratie voor het Lamentate, dat bedoeld is niet voor de overledenen, maar wel voor de levenden die iedere dag met de pijn en zinloosheid van het bestaan worstelen. Dit werk straalt dan ook zowel grootsheid uit (de ruimte) als diepzinnigheid. De piano zet in met stevige akkoorden, die enkel in octaven geschreven zijn en dus niet opgevuld. Het klinkt hierdoor hol en sober. De kopersectie en het slagwerk hebben in deze compositie een belangrijke rol, zonder dat het geheel overweldigd en te luid wordt, want sommige passages klinken heel zacht en rustig door het gebruik van de piano, houtblazers (fluit solo) en zachte paukenroffels. Het laatste deel is gebaseerd op één centrale noot als ostinaat in de pianopartij en eindigt vredig en sereen. Hoewel sommige passages vaag aan een traag deel van een Rachmaninov pianoconcerto doen denken, breekt Pärt nooit met zijn pure, integere stijl. Hij gebruikt dissonanten zonder dat er scherpe clusters ontstaan, maakt gebruik van motieven maar geen echte melodielijnen en hoewel sommige delen bijzonder luid klinken, bewaart de muziek toch steeds een soort rust in haar grootsheid. Ook typisch voor Pärt is dat hij niet zoals de meeste hedendaagse componisten in de atonaliteit zijn heil gaat zoeken, maar eerder in de modaliteit, de stijl van de gregoriaanse gezangen. Het Lamentate is geen gemakkelijk werk maar de luisteraar krijgt hier een voortreffelijke uitvoering van het SWR Stuttgart Symphony Orchestra.
Deze cd is één en al sfeer en is zeker de moeite waard om eens te beluisteren. Pärts muziek is voor iedereen toegankelijk en de uitvoerders, vooral Alexei Lubimov aan de piano, bieden het aan op een mooi dienblad. De luisteraar kan trouwens ook eens naar Kapoors beeldhouwwerk gaan kijken op de site van de Tate Modern om zich een beeld te vormen bij wat de muziek voorstelt. Zowel het Hilliard Ensemble als de SWR Stuttgart Symphony Orchestra doen Pärt en Kapoor een eer aan. Een pareltje.
Meer over Arvo Pärt
Verder bij Kwadratuur
Interessante links