‘Black Swan’ is het resultaat van een long distant relationship. Drummer Teun Verbruggen (FES, Jef Neve, BOAT) stuurde zijn elektro-akoestisch ingespeelde soundfiles naar Arve Henriksen (ex-Supersilent) die ze voorzag van home made klankmateriaal, afkomstig van trompet, hardanger fiddle, keyboards, percussie, elektronica en stem.
Nog meer dan Verbruggen heeft Henriksen in het verleden bewezen een uiterst klankgevoelige muzikant te zijn en dat is ook hier weer te horen. De manier waarop hij het hese geluid van de trompet stript en bijstuurt door ploffende aanzetten, variaties in blaasintensiteit of slepend ventielgebruik, getuigen van een sonore finesse die nog niets aan kracht heeft ingeboet. Het melodische materiaal lijkt wel van secundair belang te worden. Ook de andere klankgeneratoren worden op zo’n verfijnde manier aangewend. De microscopische elektronica, Henriksens lichte, hoge stemgeluid of Verbruggens ritselen, borstelen en wriemelen zegenen de elf tracks op ‘Black Swan’ allemaal met een fragiel, vederlicht en transparant geluid.
In de titeltrack duiken plots wel even fijngesneden drum’n’bass-ritmes op, inclusief de licht wobbelende baslijnen en in ‘Boxgrove Homepage’ sluist de trompettist door de kleine voorslagen echo’s van het Midden-Oosten binnen, maar deze kleine frivoliteiten zijn niet meer dan rimpelingen op het mooie oppervlak van de cd. Zo wordt het album mooi homogeen, maar helaas ook eenvormig. Na enkele tracks lijkt het verhaaltje bekend. Als er al van een verhaaltje gesproken kan worden. Sommige stukken lijken immers niet meer dan vage sfeerscheppingen waarbij het muzikale discours op de tweede plaats komt en dit gaat, ook bij de vaak korte nummers, snel tegensteken.
Al te vaak klinkt de muziek als een combinatie van momentopnames, waardoor die vaak een onverschillige indruk nalaat. Dat is even anders in ‘Bryggen’ waarin verschillende lagen percussie en elektronica een gamelan 2.0 geluid neerleggen. Deze setting gaat geleidelijk aan over in een net iets steviger percussief deel waarvan de lage dreunen Henriksens later opduikende miniatuurolifant-trompet lijken aan te kondigen. Dit soort muzikale trajecten ontbreekt echter op de meeste andere tracks, die soms ook wel erg plots worden beëindigd, alsof de band toevallig op was.
Minder mooi wordt ‘Black Swan’ door dit alles niet, maar boeiender helaas ook niet. De cd is dan ook een knap staaltje filterfijn geluid dat echter te weinig te vertellen heeft om voor net geen veertig minuten te boeien.