Een ridder dient voor veiligheid en geborgenheid te zorgen, een soort van politieman avant la lettre dus. Dat is exact wat Arno anno 2012 doet. De geridderde Oostendse charmezanger is aan zijn vijftiende soloplaat toe en wie min of meer met eerder werk vertrouwd was, weet waar dat toe leidt: een mengelmoes van chansons, popliedjes en postwave-creaties vol scherpe (vaak Franstalige) teksten. Ridders mogen echter eveneens af en toe tegen de schenen schoppen, en dat heeft Arno natuurlijk ook al enige tijd begrepen.
De titel van dit album is er pal op. De cd biedt vintage Arno. Aan groezelige stem en hoekige ritmestructuren met expliciete accenten is hier geen gebrek. Songs als ‘I Don’t Believe’ knipogen met hun scherende gitaren en stompende beats zelfs richting de TC Matic periode. Tegelijkertijd is de zanger nog steeds de Vlaamse verpersoonlijking van Tom Waits, de songwriter die zijn emotionele ziel bloot legt en zijn stukgeleefde stem in een eenvoudig, hartverscheurend muzikaal kader weet te verpakken. De kapot geschuurde liefde in ‘Chanson d’Amour’, het nostalgische ‘If I Was’ dat een zelfde sfeer uitademt dan de nachtelijke groezeligheid in een stedelijke achtersteeg: het is allemaal vertrouwelijke Arno-kwaliteit.
Er is achter de schermen wel wat veranderd. Arno ging voor een eerste keer richting Brittannië om topproducer John Parish (PJ Harvey) te ontmoeten. Die laatste nam plaats achter gitaar en drum en wrong er de liedjes uit die al lang in het warhoofd van de Vlaming rondcirkelden. Onderhuids kriebelt er dus wel wat, maar aan de oppervlakte zorgt dat dan weer voor vervlakking. De schoppende ritmeconstructies met geblokte funkbaspartijen en stompende beats hebben baan geruimd voor een zachtere, bredere klank. ‘Ca Plane Pour Nous’ (een typische Arno-titel) is gepolijst met typisch Britse gitaarlijnen en de carrousel achter ‘Dis pas ça à Ma Femme’ klinkt moegetergd, futloos en te weinig expliciet qua instrumentale inventiviteit naar de man zijn normen.
Toch heeft ‘Future Vintage’ weer de nodige lichtpunten. De hoekige gitaar-drumconstructie in een loslippig ‘We Want More’ en zijn bluesy snaarkreten versus hoog gefluit zijn eenvoudigweg geniaal, evenals het quasi onopvallende “1, 2, 3, 4, hoedje van papier” in de tekst. In ‘Elle dit la Verité’ wordt nog meer in een ritmische hoek gekronkeld met donker rollende baslijnen en een marcherende snaredrum waarover hoog sferische gitaargalmen worden gedrapeerd. Afsluiter ‘Ostend Dub’ swingt volledig uit de pan en is zonder twijfel het meest opvallende nummer van deze plaat. De track zou met medewerking van zijn zoon volledig vocaal samengesteld zijn, maar klinkt als een soort van verscheurde housesong vol industriële geluiden en machinale impressies waarin de ruwe stem van Arno door de kreten van zilvermeeuwen vervangen is. Pompend en stompend leidt die ‘Future Vintage’ een toekomst in waarin de familie Hintjens hopelijk terug wat meer lef aan de dag zal leggen.
Het goede nieuws: Arno is en blijft zichzelf. Het slechte nieuws: er zit aardig wat slijtage op de man zijn formule. Dit album klinkt minder strijdvaardig dan werk van een of meerdere decennia oud. Is dit laatste woord meteen de reden? Door af te sluiten met de drie meest krachtige, creatieve songs van heel de cd, houdt ‘Future Vintage’ het antwoord nog even in beraad. Nieuwe volgelingen gaat dit werk in elk geval niet opbrengen.