Het heeft een stevige drie jaar geduurd vooraleer het Russische gezelschap Arkona op de proppen kwam met dit zevende studioalbum. Toegegeven, er was tussendoor een behoorlijk uitgebreide liveregistratie, maar toch. Gelukkig valt aan 'Yav' te horen dat de heren en dame niet over een nacht ijs zijn gegaan. Meer zelfs, dit is een van de meer serieuze albums en een gedeeltelijke terugkeer naar de sound van de beginjaren.
Had Arkona vanaf 'Goi, Rode! Goi!' een meer toegankelijke sound dan voorheen en begonnen sommige fans zich af te vragen of de groep niet iets te veel wou aansluiten bij de vrolijke folkmetalgezelschappen van de laatste jaren, dan heeft de groep nu duidelijk een grimmiger gelaat aangemeten. De hupse riedeltjes zijn quasi verdwenen, de trekzak focust zich meer op echte Slavische melancholie en de epiek en dramatiek zijn volledig teruggekeerd. Dat vertaalt zich ook naar veel langere songs die de tijd nemen om een opbouw te geven en dit op zijn beurt legt de band geen windeieren. Plots is de folk geen moment om de beentjes los te gooien, maar om de natuur, aloude tradities en gewoontes te eren.
Wanneer Arkona sneller gaat, snijden de gitaarpartijen als ranzige en messcherpe black metal, maar evengoed kan in de rustige stukken akoestisch gegaan worden en weerklinken de noten als bijna verdwaalde reizigers in een woud. Zangeres Masha gebruikt haar rauwe grom nog wel, maar verkiest nu toch weer haar gewone stem en vertelt bijna verhalen over vroeger. Het geheel is een pak rustiger geworden, waardoor 'Yav' meer dan ooit een luisterschijf is geworden, maar het is dan ook meer een groeiplaat: elke luisterbeurt werkt dieper in op het gemoed en de songs blijven veel beter hangen.
Teruggrijpen naar vroeger heeft zo zijn voordelen: hoewel 'Yav' minder instant genietbaar kan zijn dan de vorige twee platen van Arkona, lijkt het erop dat dit een album is dat meer eeuwigheidswaarde heeft. De muziek is doordachter dan ooit, echter van gevoel en ingrijpender qua impact. De groep lapt het hem dus weer!