Iemand vervangen in een band, zeker als het een kleine is, blijft een hachelijke onderneming. Bij het viertal Arifa lijkt het extra moeilijk, gelet op de delicate sound van de groep. Dat Osama Abdulrasol op kanun op de nieuwe cd ‘Anatolian Alchemy’ plaats ruimt voor pianist Franz von Chossy is dan ook snel hoorbaar. Al mag meteen gezegd worden dat von Chossy zijn zachter klinkende collega’s niet overspeelt en dat de gevreesde kerstsinglegezelligheid achterwegen blijft.

Het siert von Chossy dat hij zijn plaats weet te vinden in de subtiele balans en het zijdezachte geluid van Arifa. Helaas wordt dat geluid ook wat voller, waardoor de mystieke oosterse sfeer aan impact inboet. Toch blijven de ud van Mehmet Polat en de klarinet van Alex Simu de melodisch lijnen uitzetten die samen met Sjahin Durings percussie voor de essentiële Midden-Oosterse en Turkse geuren zorgen.

De zachte touch en de precieze, maar niet opdringerige ritmiek van von Chossy’s spel maken echter wel wat goed. De nadruk ligt namelijk ook in het nieuwe album op de zangerige of kringelende melodielijnen. De puurheid waarmee die aan komen zweven en de manier waarop grooves, eens op gang getrokken, geregeld stilgelegd worden, laten daar geen twijfel over bestaan. Bovendien is de stemvoering nog steeds glashelder. Vaak wordt de melodie unisono gespeeld of uitzonderlijk eens geharmoniseerd en af en toe zijn er polyfone passages te horen.

Hetzelfde geldt voor de geïmproviseerde episodes: de eenling van dienst kan moeiteloos en zachtjes boven de anderen uitstijgen, maar de klemtoon blijft wel op de prestatie van de groep liggen. Dat blijkt extra duidelijk in het groepsgeluid, waarin de vier elkaar lijken te dragen zonder dat dat noemenswaardige inspanningen kost. Die vanzelfsprekendheid wordt nog versterkt door de manier waarop de muzikanten alle tijd nemen. De composities mogen zich ontwikkelen in lange bogen, echter zonder dat de muziek stilvalt. Net wanneer een lijn lijkt te landen, is er een andere die vertrekt voor een nieuwe zweefvlucht.

Met alle souplesse klinkt de muziek vaak heel vanzelfsprekend, waardoor de complexiteit ervan nog slechts verdoken hoorbaar is. Zo worden de accenten van ‘Dahab’, die zich niet in een voor de hand liggend metrum laten vangen, haarjuist, maar in een zacht timbre gespeeld, waardoor de scherpte gevoelig verzacht wordt. In ‘Red Ink’ (het enige nummer waar de harmonie op het randje van het melige zit) worden er even twee verschillende lagen boven elkaar geplaatst en in ‘Fingerprints’ wordt duidelijk dat de kracht van Arifa niet schuilt in de decibels, maar in de lenigheid, zeker wanneer de groep eerder uitzonderlijk een versnelling hoger schakelt.

Het meest indrukwekkend is het meer dan zeven minuten lange titelnummer met een helder dwarrelende piano, pittige energie in de percussie en het geregeld op- en afbouwen van het arrangement dat rijk is aan kleine nuances. Kreunen doet Arifa dus zeker niet onder de komst van pianist von Chossy, maar het zal voor de fans toch even wennen zijn aan het andere geluid.

Meer over Arifa


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.