Wat ooit begon als muzikale uitlaatklep om het verlies van een vriend te verwerken, is uitgegroeid tot een parameter van kwaliteit en gedrevenheid. Niet dat het Australische Anubis altijd de wind langs achter kreeg. Een moeizame groepswissel en herprofilering heeft immers de derde studioplaat ‘Hitchhiking to Byzantium’ meer dan drie jaar in de studio gehouden, vanaf dan werd naar eigen zeggen de druk van aanhangers te groot. Van enige haast is op dit sterk uitgebalanceerde werk echter niets merkbaar.
Het moeilijke aan progrockmuziek is dat voorganger Pink Floyd de kwalitatieve lat vijftig jaar geleden zo hoog legde, dat anderen binnen het genre –ondanks soms verwoede pogingen- tot een schaduwbestaan gedwongen zijn. Oplossing: toch een andere invalshoek verzinnen (bijvoorbeeld meer richting metal aanleunen) of het bestaan van de goden accepteren en hardnekkig de eigen muziek tot in de puntjes te blijven uitwerken. Het is dat laatste waar Anubis voor kiest. Het ontkent niet waar de mosterd vandaan komt en gooit zijn invloeden te grabbel, maar zorgt toch voor een eigen gezicht.
Lange nummers met kronkelende constructies: check. Epische, stadionvullende gitaar- en synthesizerpartijen: check. Dramatiserende, open zanglijnen: check. Ook de vraag- en antwoordzang –netjes links rechts gepand- en de verheven achtergrondzang zijn aanwezig, naar pure Pink Floyd-stijl. Zelfs de prisma op de hoes van ‘Hitchhiking to Byzantium’ komt als thema vertrouwd over. Maar de puzzel klopt. Volle orgelakkoorden en hoog klagend snaarwerk zorgen dankzij een heerlijk wijde productie voor een breed palet aan kleuren. De bas van oudgediende Robert Moulding vormt een mooi kronkelende, zingende onderbouw. Complexere arrangementen met in elkaar overvloeiende melodielijnen worden bovendien in wat meer tragere, rechtlijnige songs als de titeltrack mooi afgevlakt dankzij een glorieuze, overheersend zwevende uitstraling. Harmonie en uitgesponnen instrumentale partijen worden echter nooit te langdradig gedurende de tien tracks van dit album, ondanks het feit dat ‘A Room with a View’ met zijn theatrale karakter meer dan een kwartier inpalmt.
Er zijn natuurlijk een paar uitglijders. Zo opent ‘Tightening of the Screws’ met tsjirpende mussen en een akoestische sfeergitaar, maar hier moet de beweeglijke bas toch opboksen tegen een beperkt zangbereik en een eenzijdig synthesizertapijt om enige dynamiek te verkrijgen – iets wat in de instrumentale uitvloeier met dubbel gitaargesoleer gelukkig wordt rechtgezet. Verder kleven de songs wel heel sterk aan elkaar en vormt dit album een op- en neerdeinende trip waarvan de afzonderlijke delen wat weinig betekenis hebben en waarvan het geheel wat leidt onder de iets te weinig charismatische zang van Robert James Moulding. Niet dat thema’s over romantiek en heroïsche figuren hiervoor geen aanleiding geven overigens. Maar ook dat wordt rechtgetrokken dankzij een stevige een grandeur en fabuleuze arrangementen.
Anubis mag zichzelf gerust groot noemen in progrockland: een rijk dat houdt van majestueuze zaken. Dit album weet letterlijk de juiste snaren te raken en trapt niet in de voor de hand liggende val van langdradigheid. Alle eer ook aan bandlid en producer Dean Bennison, die hier voor een erg evenwichtige totaalpuzzel heeft gezorgd. Zweven en beleven, dat is de boodschap.