Een nieuwe cd met de Venetiaanse violist Giuliano Carmignola is iets om reikhalzend naar uit te kijken. Na drie spectaculaire solo-opnames met Vivaldi concertos is het nu de beurt aan dubbelconcerti voor twee violen, samen met de Russische violiste Viktoria Mullova. De zes concerti die beide solisten hier aan de luisteraar voorstellen zijn slechts een kleine greep uit Vivaldis werkelijk enorme oeuvre.
Wie de razend energieke en soms zelfs ronduit agressieve solo-opnames van Carmignola smaakte, is misschien wat teleur gesteld dat er op deze cd net ietsje minder assertief gespeeld wordt. Maar deze opname heeft ook zo nog voldoende vuurwerk in huis om de luisteraar te plezieren. Luister maar naar de manier waarop de finale van het concerto in G majeur, RV 516 wordt afgebeten. Een voorliefde voor snelle tempi, een strakke ritmiek en een nagenoeg feilloze beheersing van Vivaldis muziek zijn ook hier weer grote troeven die ervoor zorgen dat – het is een cliché maar toch – je hoorbaar erg veel speelvreugde ervaart als je naar deze cd luistert.
Dat de twee solisten perfect op elkaar ingespeeld zijn, moet gewoon voor virtuoze hoogstandjes zorgen en die zijn er dan ook genoeg op deze plaat, van de wervelende dialogen in het eerste deel uit het concerto in d mineur RV 514 tot de opgewonden finale van RV 524. Verwacht geen al te diep gravende langzame delen maar wel een degelijk stijlbesef, dat zich uit in een knap gevoel voor muzikale retoriek en een loepzuivere toon. Dat deze twee violisten op de opname zo goed met elkaar overeen komen dat ze nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn, spreekt alleen maar in hun voordeel.
Het Venice Baroque Orchestra bezit stevige bassen, zo stevig zelfs dat de klavecimbel, zo een integraal onderdeel van de barokmuziek op vele plaatsen moeite heeft om zijn stem te laten horen in de balans. Maar de haast militaire precisie waarmee de muzikanten van dit orkest (en de solisten trouwens ook) Vivaldi's 'allegros' vorm geven, is om duimen en vingers van af te likken en verleent deze plaat veel van zijn bravoure. Ook heel knap, tot slot, is het trage deel van het concerto in D majeur, RV 511 waarin de continuo tot een enkel instrument, de luit, beperkt wordt en zo de geest van Engelse consort liederen opgewekt wordt.
Met cd's als deze bewijzen beide solisten dat ze uitzonderlijke violisten zijn, die Vivaldis muziek met een combinatie van rigoureus stijlbesef en Italiaanse bravoure kunnen brengen. Een warme aanrader is dit voor wie van barokmuziek houdt.
Meer over Antonio Vivaldi
Verder bij Kwadratuur
Interessante links