Deze cd vormt de tweede uitgave in een reeks van het Swedish Chamber Orchestra die 'opening doors' heet en symfonische literatuur uit de negentiende eeuw belicht. Geen grote symfonieën van Brahms of Tchaikovski dus maar eerder iets minder gekende composities, symfonieën van componisten die niet in de eerste plaats om hun symfonieën bekend staan. Hier is het echter de beurt aan een van de bekendste werken, Dvoraks negende, die gekoppeld wordt aan Dvoraks zesde symfonie. De 'uit de Nieuwe Wereld' heeft nog nauwelijks uitleg nodig, het werk was Dvoraks eerbetoon aan Amerika, waar hij van 1892 tot 1895 in New York leefde en werkte. De zesde daarentegen was het eerste symfonische werk waarmee Dvorak bekendheid kreeg en dat was voornamelijk te danken aan Johannes Brahms die zijn jongere collega aanraadde bij critici en uitgevers. Als gevolg daarvan draagt Dvoraks zesde het meest de sporen van Brahms' oeuvre, vooral dan van diens tweede symfonie, waarmee deze zesde toonaard (D majeur) en karakter (pastoraal en overwegend vrolijk) deelt.

Het eerste deel van de zesde wordt aan de zware kant uitgevoerd, met robuuste fraseringen in de strijkers. Thomas Dausgaard haalt het tempo in het tweede thema en aan het eind van de expositie behoorlijk omlaag. Dit geeft Dvoraks symfonie ongetwijfeld meer symfonische allure maar neemt ook wat frisheid in de interpretatie weg. De typisch Boheemse elementen van Dvoraks muziek, zoals het tweede thema van het eerste deel worden wel erg poëtisch gebracht, met knappe soli in de houten en een fris karakter. Het tweede deel bezit een vlot tempo, eerder 'serenade' dan 'adagio'. De uitbarsting van orkestraal geweld halverwege dit deel wordt toch transparant gehouden, door hoorbaar veel te werken op energieke articulaties en door terug te nemen op lange noten. Het scherzo is een woeste Boheemse 'furiant', een snelle dans met een voor Dvorak zo typische afwisseling tussen twee- en drieledige ritmes. Het trio betreedt een totaal andere wereld, zachtaardig en pastoraal, met evocatieve soli in de houtblazers, vooral in piccolo en klarinetten.

De negende bestaat al in zovele versies dat een 'nieuwe' interpretatie haast onmogelijk is. Bovendien is dit niet een werk dat op honderden verschillende manieren geïnterpreteerd kan worden. Dausgaard kiest dan ook voor een weinig verrassende maar wel erg degelijke aanpak. Vele fraseringen, kleine ingrepen (zoals een kleine rubato in het tweede thema van het openingsdeel), details en tempowisselingen hebben we al vaker gehoord maar dat doet niets af aan de kwaliteit van de opname in se. Dausgaard zorgt voor een gezonde balans tussen blazers en strijkers, met heldere, briljante trompetten in de luide passages en strijkers die even kernachtig kunnen spelen. De heldere en doorzichtige klank van dit kamerorkest is iets wat zeldzaam is, zeker bij grotere, symfonische bezettingen. Het tweede deel is zonder twijfel het hoogtepunt van deze opname: lang uitgesponnen, met veel zin voor lyriek en erg muzikaal gespeeld.

Deze cd presenteert beide symfonieën op een frisse en transparante manier, zoals we gewoon waren van de eerste opname uit de serie, met symfonieën van Schumann. Toch een bemerking: had een vroege symfonie van Dvorak, prachtige muziek maar nagenoeg onbekend, niet beter in de opzet van de reeks gepast dan deze reeds duizendmaal opgenomen 'Nieuwe wereld', ook al is het een van de betere opnames geworden die men kan vinden?

Meer over Antonin Dvorak


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.