De Kortrijkzaan Ansatz Der Maschine is een artiest in beweging. Inmiddels draait spilfiguur Mathijs Bertels immers al een kleine tien jaar aan de knopjes wat hem een prominente plek in het indietronica wereldje oplevert. Daarbij is de voorliefde voor klassieke muziek al vaak van pas gekomen. Bertel bespeelt niet enkel ook altviool, maar mocht voor het Klarafestival al werk van Gustav Mahler bewerken. Op de eerste volledig zelf uitgebrachte langspeler ‘HEAT’ gaat Ansatz Der Maschine nog een stapje verder. Zo wordt de elektronica regelmatig weggemoffeld om instrumentale livepartijen de sfeer te laten bepalen en is er meer dan ooit gewerkt aan gestructureerde liedjes met een effectieve boodschap die vocaal voortgetrokken worden.
Voor dit laatste doet Ansatz Der Maschine al geruime tijd beroep op de ingelijfde gratie van Renée Sys, die zelfs één nummer op deze plaat schreef. Zij laat zich alvast van haar beste kant zien in opener ‘The Last Fire’, een soort mantra die zowel met Oosterse percussie als met knisperelektronica bewapend is. De hoge, bezwerende zang van Sys zorgt voor een introvert, sensueel accentje waardoor dit nummer sterk aan de muziek van School of Seven Bells doet denken. In opvolger ‘Le Vent Populaire’ is die sirenestem ook present, maar dan in duet met David Bovée van Think of One en in het Frans, wat de sensualiteit nog bevordert. Hoewel ook hier met tokkelelektronica wordt gewerkt, zijn het toch vooral viool en hoorn die de sfeer komen opeisten en het nummer een filmisch karakter geven.
De negen dromerige, nogal sombere composities draaien rond prominente figuren die Bertels leven doorkruisten, waaronder zijn vrouw, filosoof Stéfane Hessel (voorvader van de Indignados) of personages van romans van Dimitri Verhulst en Patrick Süskind. Aanvankelijk zorgt dat voor nogal expliciete songs. ‘Earth’ is met zijn druppelelektronica, halo’s en fiere koperblazers een pracht van een sfeerprent. De dromerigheid neemt echter toe. Languit gespeelde partijen van hoorn, klarinet of viool zorgen voor een slepend element dat meer en meer de plaat gaat domineren. Zodoende worden de overige elementen spijtig genoeg wat overstegen en wordt de grote diversiteit aan details binnen elk nummer weggevaagd. Het lijkt wel of Ansatz Der Maschine soms iets te voorzichtig wil zijn en de achttien muzikanten die aan deze plaat meewerkten te stevig wil beteugelen, wat de titel ‘HEAT’ wat tegenspreekt. Desalniettemin zijn de composities van deze negen karaktertrekjes best indrukwekkend, wat met elke luistersessie duidelijker wordt.
Misschien had er nog wat mogen gewerkt worden aan de opbouw van de plaat. Zo staat de woordenloze ode aan wijlen Mark Linkous van Sparklehorse - een puur moment van klassieke strijkers – een beetje verloren in het geheel van akoestisch-elektronische bijdragen. Dat terwijl ‘The Fatal Heart Slump’, waarin de band zich nog eens van zijn beste digitale kant laat zien met een mooi rollende, ritmische combinatie van clicks’n’cuts en melancholische synthesizermelodieën, wel mooi ingebed zit en voor een terechte climax zorgt.
‘HEAT’ is duidelijk een groeiplaat die initieel en bij onoplettendheid misschien wat te donker of mompelend overkomt. Een schatkamer aan details, unieke uitvindingen en subtiele karakterelementen geeft zijn geheimen echter bij mondjesmaat prijs. Dat maakt deze soundtrack voor een onbestaande film misschien een beetje veeleisend, hoewel er toch vooral een grote ongedwongenheid van dit album uitgaat.