'Le Bénéfice du Doute' is de tweede plaat van het ensemble Animus Anima, maar pas de eerste als kwartet of kwintet. Een interessant kwartet overigens, want met de bezetting tenorsax, elektrische gitaar, tuba en drums kleurt het viertal buiten de lijntjes van eender welke standaardbezetting. Zuiver muzikaal blijft 'Le Bénéfice du Doute' echter heel toegankelijk, maar daarom niet minder fris.

In de eerste helft van de plaat overheersen de funky elementen: strakke drumgrooves met riffs en korte thema's vol hoekige ritmes en asymmetrische maatsoorten. Daarbij worden extremen systematisch geweerd: de muziek klinkt aan de ene kant nooit gezocht of gewild technisch, terwijl aan de andere kant de groep ook nooit onderuitzakt in louter een gemakkelijke groove. Ook de bescheiden elektronica van de inmiddels weer uit de groep vertrokken Vincent Matyn is geen excuus om speciaal te doen: het zoemen, de spacey geluidjes of de vervormde stem van Noam Chomsky (in een relaas over 9/11) ondersteunen de live muzikanten en laten hen alle vrijheid.

In de omgang met populaire grooves of klanken laat de groep een gezonde ambitie horen die zich zowel manifesteert in de composities als in de ensemblesound. Gitarist Benoist Eil lonkt met een stevige sound, gedrenkt in distortion naar de rock, soms zelfs richting noise, terwijl hij op andere momenten een heel zuivere klank laat horen. Ook blazers Nicolas Ankoudinoff en Pascal Rousseau kunnen verschillende paden bewandelen. Waar de eerste zowel zuiver melodisch als freakend kan uitpakken, blijkt de tweede niet alleen bij machte om op tuba goed vullende basriffs neer te leggen, maar kan hij ook lyrisch soepel uit de hoek komen. Dit komt vooral van pas in een track als 'Le Statut de la Liberté' waar het kwartet zich van een subtielere kant laat horen.

Bovendien deinst de groep er niet voor terug om in de composities verschillende terreinen te bewandelen die soms erg ver afdwalen van het funky element dat aanvankelijk overheerst. Toch klinkt 'Le Bénéfice du Doute' niet als een eclectisch lapwerkje, ook niet wanneer in één compositie verschillende richtingen uitgegaan wordt zoals bij 'Sentir/Consentir', 'D.D.' of 'Le Saparchoui'. In deze laatste compositie komt de klank van Animus Anima het dichtst tegen de zompige moerassound van Henry Threadgill te liggen: een referentie die door het gebruik van de tuba al eerder de kop op stak, maar die door het polyfone ensemblespel explicieter wordt. Door de marsachtige elementen in tuba en drums en de ontketende rockambities van drums en gitaar wordt deze compositie één van de meest tot de verbeelding sprekende van de hele plaat.

Andere opmerkelijke verschijningen zijn 'Le Cimetière des Innocents' – opgebouwd vanuit een kort motief van drie noten – en 'Tobin le Sagace', een stuk spoken word gebaseerd op een fragment Uit Pablo Neruda's 'Canto General'. Dat de groep ook onder en naast de spreekstem bezig blijft met het ontwikkelen van een echt muzikaal verhaal maakt duidelijk dat ze niet de gemakkelijkste weg kiezen. Voor de luisteraar moet deze keuze echter geen probleem zijn: Animus Anima klinkt hier en op de rest van de plaat bijzonder toegankelijk. Een reden temeer om deze Belgische band over de taalgrens te gaan ontdekken.

Meer over Animus Anima


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.