Spanje is niet meteen een land dat bekend staat voor zijn rechtgeaarde thrash metal. Nochtans heeft het Iberische schiereiland met Angelus Apatrida een band die bijzonder goed geluisterd heeft naar de grote voorbeelden uit de roemrijke Bay Area, als daar zijn Testament en vooral Exodus. Dat copycat spelen heeft de groep nog altijd niet verleerd, maar als album staat 'The Call' wel een pak steviger op de benen dan voorheen.
Het grote voordeel van Angelus Apatrida is dat, hoewel ze meer dan duidelijk eer betonen aan hun voorbeelden, het geheel ontegensprekelijk fris en modern klinkt. Vooral de lekker mooie productie zit daar voor veel tussen. De gitaarlijnen en -melodieën zijn zuiver, de drums naadloos en de zang staat goed in de mix. Angelus Apatrida houdt ervan om tussen de typische start-stop hakriffs en de polkabeats ook tegendraadse melodieën en piepjes te stoppen, wat een nietsvermoedende luisteraar geregeld op het verkeerde been zet. Ook Exodus is daar sterk in, en het leidt dan ook geen twijfel dat deze Amerikanen zeer hoog aangeschreven staan bij dit Spaanse combo.
De zang van Guillermo Izquierdo is ook bijzonder typisch voor deze stijl: een beetje iel en nasaal en vaak aan dezelfde toonhoogte, maar wel met de nodige branie gebrald. Die eentonige zang kan best een struikelblok vormen voor non-thrashliefhebbers, maar wie deze muziekstijl genegen is, kan hier zonder problemen mee om, aangezien een pak andere bands datzelfde 'euvel' hebben.Daarmee is dan ook meteen Angelus Apatrida's grootste nadeel blootgelegd: het lijkt allemaal zo sterk op andere (en oudere) thrashbands, dat vaak het gevoel opduikt als zou hier een tribute band aan het werk zijn. Dat neemt echter niet weg dat de songs van deze heren best bestaansrecht hebben en dit blijft een potige en aardige plaat.
'The Call' is op en top een schijfje voor de thrashliefhebber pur sang. Mensen die vroeger niet direct gecharmeerd waren van het genre gaan hierdoor nauwelijks van gedacht veranderen. De lage graad aan originaliteit is niet echt een probleem, zolang iedereen maar voor ogen houdt dat deze heren vooral een eerbetoon vormen aan klassiekers en niet zozeer op zoek zijn naar een volledig eigen gezicht.