'Blood' is het debuut van het jonge Zweedse jazzkwartet Aorta en het album verschijnt op het al even jonge en Zweedse label Kopasetic. Dat het Aorta's eersteling is, weerhoudt de vier er niet van om de lat meteen hoog te leggen. Met een voorkeur voor hoekige thema's, composities die uit verschillende segmenten bestaan, stevige scheuten rock en lange en soms vrije solo's komen ze heel ambitieus voor de dag en steken ze duidelijk hun nek uit. Bovendien scherpen voornamelijk gitarist en bandleider Anders Nilsson en saxofonist Mattias Carlson – die ook het meest als solist aan het woord komen – het geluid aan met psychedelische effecten. Nilsson sopt zijn gitaar geregeld in een '60s wha-wha geluid, scheert af en toe langs dissonante akkoorden en flirt hier en daar zelfs met noise. Carlson is bij momenten niet te beroerd om eens stevig over te blazen en ook hij kleurt zijn geluid geregeld elektronisch bij.
Al snel wordt echter duidelijk dat de enthousiaste bedoelingen van Aorta niet altijd goed uit de verf komen. Zowel collectief als individueel komen de musici te kort om het gevaar dat ze in gang zetten tot een goed einde te brengen. De te beperkte verbeelding om de lange solo's volgespeeld te krijgen, het gebrek aan kracht en de kleine slordigheden in het samenspel maken duidelijk dat de vier zich wat overtild hebben aan hun zelfgeschreven composities. Nochtans bieden die, net als de brede kijk van de musici, alle kans op een gevarieerde en geslaagde cd. Zo worden de rockgerichte tracks steeds anders ingevuld. 'Mr. WC' begint met bluesy gitaarlicks en schuift dan op richting funk. Aan de tegenovergestelde kant van het spectrum bevindt zich de mistige, doem en verderf oproepende baslijn waarop 'Let's Music' drijft. Met 'Hint House' worden dan verschillende paden bewandeld in een compositie die de extremen en de doordachte structuur niet schuwt. De onregelmatig dreunende bas en gitaar verdunnen tot een minuscuul, zacht motiefje van slechts drie noten, waarna Anders Nilsson even helemaal vrij gaat. Later komt de rock wat gedempt terug en bepaalt een duidelijke riff de vorm. De vervormingen van sax en gitaar doen hier het verschil tussen de twee instrumenten helemaal vervagen. De eerste delen van de compositie keren naar het einde toe terug, alleen deze keer in omgekeerde volgorde.
Wanneer de rock thuisgelaten wordt en er meer in akoestische richting gewerkt wordt, blijft de ambitie van Aorta bewaard en komen sax en gitaar meer melodisch en met een zuiverder geluid naar voor. Helaas wordt de muziek in het tragere 'Reminders' daardoor ook wat tammer. In 'Daily Blues' (met een onregelmatige, lang gerekte melodie zonder rustpunten) en het grooveloze 'Soundgarden' openen zich echter andere perspectieven, wanneer bas en drum geen riff of al te strak ritme moeten proberen aan te houden. De individuele vrijheid die zo ontstaat wordt voorzichtig benut met een geluid dat toch heel transparant blijft. Van te ver afdwalen is nooit sprake. Ook hier blijft de poging verdienstelijk, maar worden er dus niet echt brokken gemaakt.
Meer over Anders Nilsson's Aorta
Verder bij Kwadratuur
Interessante links