Dat fado onder het bewind van Salazar vrij sterk geassocieerd geraakte met het regime is één van de redenen waarom er op internationale podia pas sinds tien à twintig jaar veel aandacht voor is. Madredeus, Christina Branco, Mariza en anderen bezorgden deze Portugese muziek ruime bekendheid en regelmatig duiken er nog nieuwe namen op in hun zog. de gracieuze dertiger Ana Moura is er één van.
Wat meteen opvalt aan Ana Moura's derde album is de pure, orthodoxe sound. In tegenstelling tot andere jonge fadista's trekt ze qua begeleiding resoluut de traditionele kaart: het trio van Portugese gitaar, gitaar en basgitaar is al geruime tijd de standaard in fado. Met Jorge Fernando die aan de snaren pulkt en bovendien een flink deel van de songs schreef, heeft Moura bovendien een oude rot achter zich om u tegen te zeggen. Fernando speelde immers jaren als begeleider voor de koningin van de fado, Amália Rodriguez. Het is echter niet de eerste keer dat hij zich achter jong talent schaart; ook bij de lancering van Mariza, enkele jaren eerder, was hij betrokken.
Moura's uiterst bezielde stemgeluid is uitermate geschikt voor het dramatische , weemoedige genre dat de fado is. Het heeft een rijke, diepe kleur, en met nummers als 'Águas Do Sul' bewijst Moura over een stem te bezitten die zowel krachtig kan uithalen als kan fluisteren zonder klank te verliezen. Achteloze krulletjes van virtuositeit in bijvoorbeeld 'Os Búzios' getuigen van een grote beheersing en bevatten nog subtiele echo's van de Arabische invloeden op de fado. Op de begeleiding kan evenmin veel afgedongen worden: rode draad op heel de plaat is een parelsnoer van elegant, helder snaargeluid met virtuoze loopjes die nooit snoeverig of te prominent aanwezig zijn. Het samenspel is hecht en uitgebalanceerd en ondanks de beperkte bezetting is het klankenpalet vol. De inleidingen zijn summier, zoals de nummers over het algemeen, en ook wanneer ze al eens iets uitvoeriger zijn, zoals in 'A Voz Que Conta A nossa História', zijn ze nooit overbodig of langdradig.
Troeven van 'Para Além Da Saudade' zijn de klassemuzikanten die een bijzonder knappe stem vakkundig begeleiden. De plaat mist echter wel wat variatie. 'Rosa Cor De Rosa' is een uitbundige uitschieter, met een opgewekte Moura en enthousiast roffelende snaren. Ook het duet 'Vaga, No Azul Amplo Solta' met de Spaanse zanger Patxi Andión breekt de toon, maar over het algemeen is het album nogal vlak voor wie de lyrische Portugese teksten niet begrijpt. Op de jazzy afsluiter 'A Sos Com A Note' speelt Rolling Stones-saxofonist Tim Ries mee, maar dit klinkt dan toch als een wat geforceerde verruiming.
Meer over Ana Moura
Verder bij Kwadratuur
Interessante links